De kwalificatiestructuur mbo, die de basis vormt voor alle mbo-opleidingen in Nederland, geeft scholen al voldoende mogelijkheden om hun opleidingen aan te passen aan veranderingen op de arbeidsmarkt. Dat schrijft de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) in een advies aan minister Dijkgraaf.
Het ministerie van Onderwijs heeft al langer de wens om de mbo-opleidingen te flexibiliseren. Scholen zouden in staat moeten zijn hun opleidingen snel aan te passen aan ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. De gedachte bestaat dat de landelijke kwalificatiestructuur hierbij een sta in de weg is. Deze structuur bestaat uit kwalificatiedossiers, die per opleiding tot in detail aangeven wat studenten moeten leren tijdens hun studie. Ieder dossier is een coproductie van werkgevers (branches) en scholen. Dit zorgt ervoor dat scholen jonge vakmensen optimaal kunnen voorbereiden op een plek op de arbeidsmarkt. De keerzijde van dit systeem is dat de vastgelegde kwalificatiestructuur weinig flexibel is. Veranderingen in een dossier moeten afgestemd worden tussen vertegenwoordigers van scholen en werkgevers. Uiteindelijk stelt de minister ieder dossier vast.
Toekomstbestendig
Minister Dijkgraaf vroeg eerder dit jaar SBB om advies over een toekomstbestendige kwalificatiestructuur. Hij wilde onder andere weten hoe scholen de kwalificaties actueel kunnen houden en hoe zij kunnen inspelen op behoeftes van de (regionale) arbeidsmarkt. Uit het advies blijkt eigenlijk dat SBB van mening is dat scholen dit nu al kunnen. Zij kunnen actuele content toevoegen aan de opleidingsprogramma’s. Daarbij kunnen ze rekening houden met de wensen van studenten en specifieke regionale behoeften. Wel geeft SBB aan dat scholen niet altijd gebruik maken van de mogelijkheden. Het advies stelt dan ook voor om onderwijs en bedrijfsleven explicieter te stimuleren de beschikbare ruimte te benutten.
Transparant
Verder kan het volgens het advies nuttig zijn om de kwalificatiestructuur als geheel meer transparant te maken. Door de data beter toegankelijk te maken, kunnen ontwikkelaars van dossiers door de hele structuur zoeken naar verwante opleidingselementen. Sectordoorsnijdende ontwikkelingen, zoals digitalisering, kunnen dan in meerdere dossiers terugkomen.
Vaststellingsmomenten
Tot slot stelt SBB ook voor dat er meer momenten per jaar komen waarop dossiers kunnen worden vastgesteld. Tot nu toe kan dat maar één keer per jaar (in oktober). De in oktober vastgestelde dossiers treden dan per 1 augustus (het nieuwe schooljaar) in werking. Door met meer vaststellingsmomenten te werken kunnen scholen sneller inspelen op ontwikkelingen. Dit vraagt een aanpassing van de afspraken met de minister. Het is immers de minister van Onderwijs die formeel jaarlijks de nieuwe kwalificatiedossiers vaststelt. In zijn reactie op het SBB-advies schrijft minister Dijkgraaf dan ook te zullen kijken naar de rollen van de diverse spelers bij de vaststellingscyclus, waaronder de rol van het ministerie zelf.
Lees hier het advies ‘Inzichten voor een toekomstbestendige kwalificatiestructuur
Lees ook: Zoektocht naar flexibele kwalificatiestructuur gaat door