De tekorten aan goed geschoold personeel in de techniek zijn al jaren groot, ook op mbo-niveau. Veel initiatieven moeten techniek populairder maken en de hoeveelheid arbeidskrachten in de techniek vergroten. Volgens MBO Raad-voorzitter Adnan Tekin valt de impact van deze initiatieven op landelijk niveau echter tegen. Hij pleit voor een nationale arbeidsmarkttop en een integrale kijk op de hele arbeidsmarkt.
Techniekpact, Sterk Techniek Onderwijs en het Aanvalsplan Techniek, een kleine greep uit de landelijke initiatieven om het aantal technici te stimuleren. Het zijn allemaal goede initiatieven volgens Adnan Tekin, maar de resultaten blijven achter. ‘Ik ben heel blij met de aandacht voor techniekonderwijs. Ook hybride docenten – mensen uit het bedrijfsleven die (parttime) lesgeven op het mbo – zijn heel welkom. De komst van hybride techniekcentra – bedrijven en scholen die samen verantwoordelijk zijn voor werken, leren en innoveren – juichen wij van harte toe. En vooral die laatste ontwikkeling biedt kansen om verder op te schalen, maar het stokt nu aan de kant van het bedrijfsleven. De impact van deze initiatieven is niet groot genoeg, want ondanks alle gezamenlijke inspanningen kiezen nog steeds onvoldoende jongeren voor de techniek.’
Opschalen
Volgens Tekin zijn er zeker ideeën die wel tot ontplooiing komen. ‘Dan kijk ik vooral naar de regio. Mbo-scholen kennen hun regio en de opleidingsbehoefte. Onze scholen doen al heel veel om nieuw talent naar de opleidingen te krijgen. Neem de Duurzaamheidsfabriek in Dordrecht, waarin het Da Vinci college een grote rol speelt. Het is een van de regionaal succesvolle ideeën, laten we deze ideeën opschalen en landelijk uitrollen. In de regio lukt het wel om als bedrijfsleven en beroepsonderwijs gezamenlijk op te trekken. Op landelijk niveau moet die samenwerking krachtiger worden.’
Studententekort
‘Ik voel de druk om de arbeidsmarktuitdaging op te lossen’, vervolgt Tekin, ‘maar we kunnen het niet alleen. We moeten samen de schouders eronder zetten én realistisch blijven. Het is te makkelijk om te wijzen naar het beroepsonderwijs dat meer studenten zou moeten afleveren. Er zijn minder studenten, zeker in krimpregio’s, daardoor zijn er logischerwijs ook minder techniekstudenten. We vissen met een groot aantal sectoren die kampen met personeelstekorten in een kleine vijver van talent. Als ik kijk naar de techniek- en zorginstroom in bbl- en bol-opleidingen dan zie ik hogere aantallen. We zien ook een flinke toename van havisten en vwo’ers die kiezen voor het mbo. Maar in absolute aantallen zijn er gewoon te weinig mbo-studenten om de tekorten op te lossen, dat is ook een realiteit, en niet alleen in de techniek.’
Leven Lang Ontwikkelen
Te weinig aanwas is dus een lastig te tackelen probleem, hoe zit het dan met het bij- en omscholen van werknemers via Leven Lang Ontwikkelen (LLO)? ‘Het is al jaren onze ambitie als mbo om hierin een grotere rol te pakken. Met de energietransitie bijvoorbeeld zijn we ook goed op weg. Maar het LLO-verhaal is niet compleet zonder een stelstel van individuele leerrechten. Daar wijzen wij al geruime tijd op. Helaas strandt dit initiatief in een discussie over de strikte scheiding tussen publiek en privaat bekostigd onderwijs die voortkomt uit de Notitie Helderheid van 20 jaar geleden. En daar schieten zowel de scholen als het talent dat zich wil laten om- of bijscholen niets mee op. Ik zou bovendien graag zien dat het bedrijfsleven nauwer met ons optrekt om voor elkaar te krijgen dat jongeren langer de tijd krijgen om zich te oriënteren op een beroepsopleiding. Alle onderwijssectoren willen deze latere onderwijsselectie. Gun onze jeugd meer tijd om een passende studie- en beroepskeuze te maken, dan doen ze dat met meer overtuiging en beperken we het risico van uitval.’
Structureel arbeidsmarktbeleid
Als het gaat om beter en nauwer samenwerken is Tekins oproep niet alleen gericht aan het bedrijfsleven maar ook aan de landelijke overheid. ‘Duurzaam en structureel arbeidsmarktbeleid helpt, zodat we allemaal weten waar we aan toe zijn. Dat ontbreekt nu vaak. Veel maatregelen zijn tijdelijk en worden soms net zo snel afgebroken als ze zijn opgetuigd. Kijk naar de STAP-budgetten. Het idee daarachter was heel goed, de uitwerking minder. Vervolgens verdwijnt de hele regeling zonder goede evaluatie.’ Ook hier verwijst Tekin naar het LLO-vraagstuk. ‘Een ander voorbeeld van het ontbreken van duurzaam beleid is de uitblijvende regeling over publieke bekostiging van onderwijs voor volwassenen. Ook hier helpt het als de ministeries van Onderwijs en Sociale Zaken kleur bekennen. Als je vindt dat LLO een publieke taak is, dan moet je het ook mogelijk maken dat het beroepsonderwijs die taak goed kan uitvoeren.’
Arbeidsmarkttop
Tekin mist een bredere maatschappelijke discussies over de arbeidsmarkt. ‘Samen met Joany Krijt MBO Utrecht pleit ik voor een nationale arbeidsmarkttop waarin we integraal naar de arbeidsmarkt kijken. Niet alleen naar die van nu maar ook naar die van de toekomst.’ Die integrale kijk én aanpak vormen ook de handreiking die Tekin doet. ‘Laten we kijken naar de belemmeringen en hoe we die samen, met positieve energie, uit de weg ruimen. De urgentie is enorm. We kunnen dit probleem niet alleen oplossen, de arbeidsmarkt is helaas niet zo maakbaar als we willen. Een multidisciplinaire aanpak is nodig. Onze scholen staan te trappelen om aan de slag te gaan. Door bestuurlijke en politieke vertraging dreigt hun motivatie, enthousiasme en energie weg te ebben.’