Doorstroom mbo naar hbo gaat op en neer

In 2015 is de instroom vanuit het mbo naar het hbo gedaald van 48% naar 41%. Volgens minister Bussemaker wordt deze daling niet alleen veroorzaakt door het nieuwe leenstelsel. Opvallend is bijvoorbeeld de schommeling in het aantal studenten dat kiest voor een tussenjaar.

In het mbo is al sinds 2007 sprake van een dalende trend in het aantal studenten dat doorstroomt naar het hbo. In de jaren 2013 en 2014 is deze trend echter tijdelijk onderbroken: veel studenten kozen in deze jaren voor een directe doorstroom naar het hbo. Het aantal studenten dat in 2014 voor een tussenjaar koos wat uitzonderlijk laag (4%). In 2015 koos 17% van de mbo-afgestudeerden voor een tussenjaar. Onderzoekers noemen dit het ‘boeggolfeffect’; zij verwachten dat dit tijdelijke effect de komende jaren weer verdwijnt en de langjarige trend zich dan weer doorzet.

Financiële motieven
In hoeverre de gedaalde instroom samenhangt met de invoering van het nieuwe leenstelsel is volgens de minister nog onduidelijk. Uit verdiepend onderzoek blijkt dat financiële motieven bij de jongeren die niet doorstuderen geen grotere rol spelen dan voorheen. Een derde van de mbo-gediplomeerden die besluiten niet verder te gaan studeren voert hier financiële motieven voor aan. De aversie tegen lenen is echter niet significant toegenomen sinds de invoering van het nieuwe leenstelsel.

Toelatingseisen
De gedaalde doorstroom vanuit het mbo naar het hbo hangt – naast het boeggolfeffect – zeker ook samen met de strengere toelatingseisen die sommige hbo-opleidingen stellen. De verscherpte eisen aan de pabo leidden bijvoorbeeld tot een daling van de instroom uit het mbo met maar liefst 55%. Ook de instroom vanuit de havo naar de pabo daalde overigens hierdoor, met 26%.

Uitval
De lagere instroom in hbo-opleidingen zal – als het goed is – effect gaan hebben op de uitval. Op dit moment valt maar liefst 40% van de mbo-doorstromers in het eerste jaar van de hbo-studie uit. Ongeveer de helft hiervan verdwijnt uit het hbo, de andere helft kiest voor een andere hbo-opleiding. In regio’s waar mbo en hbo nauw samenwerken zijn de uitvalcijfers lager.

Aandacht
Volgens minister Bussemaker is extra aandacht voor de doorstroom mbo-hbo nodig. Zij verwacht in dit opzicht veel van de kwaliteitsafspraken die met de mbo- en hbo-scholen zijn gemaakt. Mede dankzij de middelen die door het nieuwe leenstelsel beschikbaar komen kunnen scholen meer aandacht besteden aan begeleiding en kleinschaligheid. De minister verwacht ook positieve effecten van keuzedelen in het mbo die zich richten op doorstroom naar het mbo (de doorstroomkeuzedelen) en van de groei van de Associate degrees.

Lees hier de monitor studievoorschot 2015.

Lees ook ons eerdere bericht over de verwachte gevolgen van het leenstelsel voor de doorstroom naar het mbo.