Scholen moeten meer ruimte krijgen om doorlopende leerroutes vmbo-mbo aan te bieden. Een wet die scholen deze ruimte biedt, is in voorbereiding.
De aansluiting tussen het vmbo en het mbo kan nog steeds beter, zo schrijven Sander Dekker en Jet Bussemaker in een brief aan de Tweede Kamer. Ondanks maatregelen als de invoering van profielen in het vmbo en meer aandacht voor lob, blijft de overgang vmbo-mbo voor veel leerlingen een kwetsbaar moment. De bewindslieden willen scholen daarom meer ruimte bieden om doorlopende leerlijnen aan te bieden.
Experimenten
De afgelopen tijd is al veel geëxperimenteerd met doorlopende leerlijnen als de vakmanschapsroute, de technologieroute en de beroepsroute. Voor bepaalde leerlingen is zo’n geïntegreerd vmbo-mbo traject een goede oplossing, zo blijkt. Daarom is het tijd om dit soort trajecten een structureel karakter te geven. Scholen die aan bepaalde voorwaarden voldoen, zouden dan zo’n route mogen aanbieden.
Diploma?
Een opmerkelijk punt in het voorstel is dat examinering op vmbo-niveau achterwege zou kunnen blijven. Kinderen die weten welk mbo-diploma ze willen behalen, zouden niet tussendoor een vmbo-diploma hoeven te halen. ‘Daarmee kan onderwijstijd anders worden benut’, zo schrijven de bewindslieden in de brief. Leerlingen kunnen dan in één vloeiende lijn van het vmbo door naar het mbo zonder tijd kwijt te raken bij de overstap.
Niet enthousiast
De MBO Raad lijkt niet enthousiast over de suggestie dat leerlingen zonder vmbo-diploma zouden kunnen doorstromen naar het mbo. Volgens de vereniging van mbo-scholen blijft het uitgangspunt ‘zonder vmbo-diploma geen mbo’. Voorzitter Ton Heerts: ‘Het vmbo is het toegangsbewijs voor het beroepsonderwijs. Van een afschaffing van een diploma als toegangsbewijs kan geen sprake zijn.’