Ook commissie-Sap wil individuele leerrekening

De commissie-Sap, ingesteld door het ministerie van Onderwijs, denkt net als de SER dat een individueel spaarpotje werknemers kan stimuleren tot bijscholing. ‘De werknemer moet de regie over zijn eigen loopbaan nemen.’

De Commissie vraagfinanciering mbo, zoals de commissie-Sap officieel heet, heeft in het bijzonder aandacht voor de bijna 4,5 miljoen werknemers in Nederland die maximaal een mbo-4 opleiding hebben. Deze categorie werknemers volgt minder vaak bijscholing dan werknemers met een hogere opleiding (hbo of universiteit). De betreffende werknemers zouden een individueel scholingsbudget moeten krijgen, waaruit zij gedurende hun werkend leven kunnen putten.

Vraagfinanciering
Omdat er sprake is van een individueel budget, waarbij de wensen van werknemers centraal staan, kan gesproken worden van vraagfinanciering. Met het geld op zijn individuele leerrekening kan de werknemer immers zelf bepalen welke opleiding hij bij welk onderwijsinstituut gaat volgen. Volgens de commissie zou iedere werknemer gedurende zijn loopbaan een bijscholingsbudget moeten krijgen van zo’n € 40.000. In eerste instantie vraagt de commissie voor de komende kabinetsperiode een bedrag van 600 miljoen euro. Als werkgevers dit bedrag verdubbelen, komt er een budget beschikbaar van in totaal 1,2 miljard euro. Omgerekend komt dit neer op een jaarlijks bedrag op de individuele leerrekening van ongeveer € 75 per persoon.

Nieuw geld
Ton Heerts, voorzitter van de MBO Raad, steunt het idee van de individuele leerrekening, op voorwaarde dat een en ander niet ten koste gaat van de mbo-scholen: ‘Ik ga ervan uit dat dit niet ten koste gaat van de standaard financiering. Het moet nieuw geld zijn.’ Michaël van Straalen van MKB Nederland wil evenmin de portemonnee trekken: ‘Ik deel de conclusie niet dat werkgevers mee moeten betalen. Ik vind dat de overheid en werknemers dat moeten doen.’ Tamara van Gelder (AOb) heeft bedenkingen bij de individuele benadering van de commissie-Sap: ‘De collectieve regelingen in de cao voor opleidingen moeten blijven bestaan. Juist voor mensen die minder opleiding hebben gevolgd, zijn die regelingen belangrijk.’

Scholingspact
Naast de leerrekening zou iedere werknemer ook een digitaal ‘competentiepaspoort’ moeten krijgen waarin alle kennis én ervaring van de eigenaar wordt vastgelegd. Het paspoort en het individuele scholingsbudget zouden beschikbaar moeten zijn via DigiD. De commissie-Sap is voorts voorstander van een ‘nationaal scholingspact’ tussen werkgevers, werknemers, overheden en scholen. Een ‘deltacommissaris’ moet toezien op goede samenwerking tussen alle betrokkenen en de voortgang van het leven lang leren. Voorzitter Jolande Sap: ‘De kloof tussen hoger en lager opgeleiden kan en moet overbrugd worden. Als we de randvoorwaarden goed organiseren, krijgen mensen de nodige steun in de rug om regie over hun eigen arbeidsloopbaan te kunnen nemen.’

Lees hier meer over het rapport ‘Doorleren werkt. Samen investeren in nieuwe zekerheid’

Lees ook: Onderzoek naar vraagfinanciering in het mbo