Bij het debat over de Onderwijsbegroting kwam de oppositie massaal in protest tegen de bezuiniging van 2 miljard euro. Alleen de VVD-fractie kwam met inhoudelijk argumenten om de bezuiniging te rechtvaardigen.
VVD-woordvoerder Claire Martens-America nuanceerde de gevolgen van de bezuiniging op onderwijs. Ze wees er bijvoorbeeld op dat er de laatste jaren steeds meer geld naar het hoger onderwijs is gegaan. Door de bezuiniging daalt dit bedrag weer wat, maar dat is volgens haar niet rampzalig: ‘Na de voorgenomen bezuinigingen komen de uitgaven in 2029 op 10,4 miljard. Dat is nog steeds meer dan in 2021. Ook toen was ons onderwijs ijzersterk.’
Modernisering
Ook de voorgenomen bezuiniging op het mbo is volgens Martens-America te verdedigen. Zij verwees daarbij naar de kritiek van de Rekenkamer op het effect van extra investeringen in het mbo. Volgens de Rekenkamer is onduidelijk wat de extra kwaliteitsgelden (1,4 miljard euro) hebben opgeleverd in het mbo. Martens-America ziet de bezuiniging juist als een kans om de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt te verbeteren: ‘Ook binnen het onderwijs moeten we kiezen. Wat de VVD betreft kiezen we voor modernisering, voor de banen van de toekomst. Laten we samen zorgen dat we de nieuwe generatie gaan opleiden voor de banen van deze toekomst.’
‘Doe het niet’
Tijdens het debat over de Onderwijsbegroting overheerste uiteraard de kritiek op de voorgenomen bezuiniging van 2 miljard euro. De algemene boodschap van de oppositiepartijen was ‘doe het niet’. Luid en duidelijk kregen minister Bruins en staatssecretaris Paul te horen dat de Eerste Kamer niet zal instemmen met de begroting. De linkse partijen pleiten voor het volledig schrappen van de bezuiniging. Een middencoalitie onder aanvoering van D66 wil ongeveer de helft van de bezuiniging repareren. Als het tot een deal komt tussen de oppositie en de coalitie zal de optie van D66 het meest kansrijk zijn. Donderdag 28 november wordt het debat voortgezet.
Lees ook: Oppositie wil bezuiniging op onderwijs deels terugdraaien