De eigen MBO-Agenda die de gemeente Amsterdam de afgelopen jaren heeft uitgevoerd smaakt volgens alle betrokkenen naar meer. Een voorbeeld voor meer gemeenten?
Gemeenten hebben formeel geen taak als het gaat om onderwijskwaliteit. Toch heeft de gemeente Amsterdam de laatste jaren beleid ontwikkeld om het mbo in de eigen stad op een hoger peil te krijgen. Wethouder Simone Kukenheim (D66): ‘Opleidingen moeten van goede kwaliteit zijn, we willen dat leerlingen de eindstreep halen en dat het middelbaar beroepsonderwijs goed aansluit op de arbeidsmarkt.’
Subsidie
Via de Amsterdamse MBO-Agenda konden scholen de afgelopen jaren subsidie aanvragen voor projecten of voor scholing van docenten. Op 16 februari presenteerden enkele projecten zich in het Amsterdams Proeflokaal. Bijvoorbeeld drie docenten fietstechniek van ROC TOP die in 2017 een subsidie aanvroegen om hun studenten te laten experimenteren met materialen voor een transportfiets die in een fabriek in Kathmandu geassembleerd zal worden. En bij een project in de zorgsector leren studenten in ‘fieldlabs’ het vak in de praktijk. Bij de ontwikkeling van dit levensechte onderwijs werken mbo-docenten en medewerkers van Amsterdamse zorginstellingen nauw samen.
Praktisch
Tijdens de presentatie vertelde Bart Drenth, voorzitter van MKB Amsterdam, dat hem aanspreekt dat de projecten zo praktisch zijn. Ook benadrukt hij dat mbo-onderwijs nooit af is: ‘Na kwalificering blijf je doorleren, stukje voor stukje.’ Volgens Ton Heerts, voorzitter van de MBO Raad, moet beroepsonderwijs altijd een samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven zijn: ‘Onderwijs blijft bij je, ook als je werkt. Het bedrijf is ook een ontwikkelingsplek. En het mooie is dat er voor elke mbo’er werk is. Tegelijkertijd is dat momenteel een zorgpunt. Het mbo kan de tekorten op de arbeidsmarkt niet oplossen. Dat is vooral een demografische kwestie.’
Ideale positie
Alle betrokken zijn van mening dat de eigen MBO-Agenda na de verkiezingen een vervolg moet krijgen. Wethouder Kukenheim vindt het daarbij belangrijk dat teams zelf de mogelijkheid hebben om te verbeteren. Dat zou zij graag willen behouden. ‘En de samenwerking met bedrijven kan nóg beter.’ Heerts wil graag benadrukken dat beroepsonderwijs niet alleen toeleverancier is voor arbeidskrachten op de korte termijn. De scholen hebben de opdracht hun leerlingen te begeleiden tot goede werknemers én goede burgers. Daarom zijn onderdelen als burgerschap ook belangrijk. In een opinieartikel in Trouw zegt Heerts over de MBO-Agenda: ‘Het belang van gemeentelijke betrokkenheid bij het mbo gaat verder dan het leveren van de noodzakelijke financiële voorwaarden. Met contacten binnen zowel het onderwijs als de regionale bedrijvigheid, verkeert de lokale overheid in een ideale positie om de juiste poppetjes aan elkaar te verbinden.’
Lees hier alles over de Amsterdamse MBO-Agenda