COLUMN | Door de tekorten op de arbeidsmarkt kijken steeds meer werkgevers naar wat iemand kan en wat voor vaardigheden en talenten hij of zij heeft, in plaats van of iemand het juiste diploma heeft. Op zich is dat ook wel logisch. Een diploma is een achteruitkijkspiegel – je kunt zien welke opleiding iemand heeft gevolgd. Een talenten- of skillspaspoort richt de blik vooruit: wat kan een werknemer en hoe kan hij of zij zich ontwikkelen?
Ook docenten geven regelmatig aan dat zo’n paspoort veel beter aansluit dan een diploma bij de ontwikkeling en de persoon van een student. Het niveau van je diploma is altijd gelijk aan het niveau van het onderdeel waar je het slechtst in bent. Kun je wiskunde op vwo-niveau en Nederlands op vmbo-niveau; dan zit er doorgaans niet meer in dan een vmbo-diploma. Met een talenten- of skillspaspoort is differentiëren veel makkelijker.
Aan de slag?
Persoonlijk zou ik dolgraag iedere student van Curio naast zijn diploma ook een talentenpaspoort willen aanbieden. ‘Geen enkel probleem, wat houd je tegen?’, hoor ik je denken. Ik krijg inderdaad maandelijks via LinkedIn wel een aanbod van een bedrijf dat een systeem in de aanbieding heeft. “Helemaal op maat gemaakt”. Ook sommige sectoren denken na over een eigen paspoort – de FME wil een specifiek paspoort voor de maakindustrie. Ondanks alle mooie aanbiedingen en enthousiaste verhalen, heb ik nog steeds geen keuze gemaakt.
Wat mij tegenhoudt, is dat een mbo-instelling niet een eigen systeem moet ontwikkelen voor talenten en skills. Doen we dat wel, dan zien de bedrijven door de bomen het bos niet meer. Want een student van instelling ‘A’ heeft een paspoort dat onvergelijkbaar is met dat van instelling ‘B’. Als iedere instelling zijn eigen systeem heeft, helpen we de student ook niet werkelijk. Ja, hij of zij heeft beter zicht op talenten en vaardigheden; maar heeft geen ‘bewijzen’ daarvoor richting toekomstige werkgevers. En een sectoraal paspoort bemoeilijk het overstappen naar een andere sector. Tekenend voor de situatie in Nederland is dat Tilburg University maar liefst 50 lokale paspoortinitiatieven heeft geïnventariseerd.
Regie ontbreekt
In Nederland ontbreekt de regie op een systeem voor een talenten- of skillspaspoort. (We zouden als Nederland een voorbeeld kunnen nemen aan Vlaanderen met hun paspoort Competent – ik vraag me af waarom we dat niet aanpassen voor de Nederlandse situatie?). Het zou behulpzaam zijn als de overheid eisen formuleert voor een talentenpaspoort of zelfs een model voorschrijft vergelijkbaar met de eisen voor diplomering. Het ministerie van Onderwijs neemt geen regie in deze discussie – die houden het op diploma’s.
Met tientallen of zelfs honderden verschillende soorten talentenpaspoorten schieten we niks op. Er moet één landelijk systeem komen dat het uitgeven van dit soort paspoorten regelt. Dat is er helaas nog niet. Wel hebben SBB, UWV, CBS en TNO 25 miljoen gekregen voor de ontwikkeling van een publieke en nationale skills-taal voor heel Nederland. (Zou de vertaling van het Vlaams naar het Nederlands zo duur zijn, of denk ik nu te simpel?) Ik hoop dat één paspoortinitiatief dominant wordt, zodat we eindelijk na jarenlang praten tot een systeem komen dat we allemaal in Nederland kunnen gaan gebruiken.
Brabant kiest
De mbo-instellingen in Noord-Brabant hebben besloten om samen één gezamenlijk talenten- en/of skills-paspoort te kiezen en wel in dit studiejaar.* Bedrijven, studenten en docenten worden daarmee bediend. Laten we hopen dat het Brabantse initiatief ook wordt overgenomen in andere provincies, zodat proviciegrensoverschrijdende arbeidsmobiliteit mogelijk wordt.
*Acquisitie naar aanleiding van deze column wordt niet op prijs gesteld
Rob Neutelings is bestuursvoorzitter van de West-Brabantse beroepsopleider Curio. Hij schrijft deze column op persoonlijke titel.