Een deel van de Tweede Kamer wil de verdere ontwikkeling van het lerarenregister on hold zetten. Zonder draagvlak is een register kansloos.
Tijdens het Algemeen Overleg in de Tweede Kamer over leraren kwam uiteraard ook het onderwerp ‘lerarenregister’ aan de orde. Vooraf had de PO Raad de Tweede Kamerleden opgeroepen om het register voorlopig ‘on hold’ te zetten. Volgens de werkgevers in het primair onderwijs heeft het register te weinig draagvlak. Bovendien zou het lerarenregister voor veel administratieve lasten zorgen. Scholen moeten de komende maanden de gegevens van leraren aanleveren voor het register.
Onderwijscoöperatie
Diverse woordvoerders bleken gevoelig voor het pleidooi van de PO Raad. Zo stelde Paul van Meenen (D66) de vraag of de Onderwijscoöperatie wel de uitvoerder van het register moet blijven. De Onderwijscoöperatie slaagt er immers niet in om draagvlak onder leraren te krijgen. Ook Roelof Bisschop (SGP) wil een pas op de plaats maken. Volgens hem is het nodig om opnieuw te kijken naar het register. Volgens hem kan de minister zich niet beperken tot een faciliterende rol.
Faciliterende rol
Recent heeft Arie Slob, als minister verantwoordelijk voor het lerarenregister, de verantwoordelijkheid voor het register bij de beroepsgroep gelegd. Het ministerie speelt volgens hem slechts een faciliterende rol. In een interview met MBO Today bevestigt Inge Vossenaar, directeur mbo bij het ministerie, dat de bal bij de docenten ligt: ‘Het register moet echt van de docenten zijn. De rol van het ministerie is beperkt. Wij faciliteren en ondersteunen, maar zijn niet de kapitein op het schip, eerder de matrozen. De direct betrokkenen, de docenten voorop, moeten er samen uitkomen.’
Op woensdag 14 maart wordt het debat over Leraren voortgezet. Minister Slob zal dan meer duidelijkheid geven over de stand van zaken van het lerarenregister.
Lees ook: Minister Slob schuift lerarenregister op de lange baan