Dijkgraaf wil mbo-opleidingen verder flexibiliseren

Minister Dijkgraaf wil het mbo-onderwijs verder flexibiliseren. Voor zij-instromers die zich willen omscholen naar een nieuw beroep moeten er korte, vakgerichte opleidingen komen. Het is een van de vele plannen die Dijkgraaf voor het mbo in petto heeft.

In een brief aan de Tweede Kamer geeft minister Robbert Dijkgraaf een overzicht van zijn ambities voor het mbo. De minister zet de komende jaren in op drie thema’s: ‘kansengelijkheid’, ‘aansluiting op de arbeidsmarkt’ en ‘kwaliteit, onderzoek en innovatie’. De brief is een opmaat voor een ‘Werkagenda mbo’. Deze agenda wil de minister na de zomer vaststellen, in overleg met scholen en andere partners als werkgevers en gemeenten. De brief die de minister nu opgesteld heeft gaat formeel over de kaders voor deze werkagenda, maar is eigenlijk vooral een lange opsomming van beleidsvoornemens.

Flexibilisering

Volgens Dijkgraaf speelt het mbo een cruciale rol in onze economie en samenleving. Het mbo is de motor voor grote maatschappelijke opgaven als de energietransitie, de woningbouw en de zorg. ‘Zonder goed opgeleide vakmensen komen alle mooie plannen niet van de grond’, zo schrijft de minister. De mbo-scholen kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de omscholing van werkenden en werkzoekenden. Daarom wil Dijkgraaf meer bbl-opleidingen, in het bijzonder in de kraptesectoren.  Scholen moeten meer ruimte krijgen om korte opleidingen op maat aan te bieden. Via een wetsvoorstel wil Dijkgraaf deze ruimte creëren. Daarnaast onderzoekt de minister in een toekomstverkenning concrete voorstellen voor flexibilisering van het mbo. Belangrijke vraag is daarbij hoe deze maatwerkopleidingen voor volwassenen gefinancierd moeten worden.

Vrije keuze

Minister Dijkgraaf wil niet tornen aan de vrije studiekeuze. Het heeft volgens de minister geen zin om jongeren verplicht opleidingen te laten doen waar de samenleving de meeste behoefte aan heeft. Persoonlijke groei is volgens Dijkgraaf een rode draad in de Werkagenda. Wel wil hij meer inzetten op voorlichting: ’We moeten jongeren helpen bij het maken van een studiekeuze, door ze beter te informeren over de opleiding en de kansen op de arbeidsmarkt.’ In dat kader wil de minister experimenteren met een oriëntatieprogramma voor jongeren die nog niet weten welke opleiding ze willen doen. Dit experiment zou moeten starten in het schooljaar 2023-2024.

Stagediscriminatie

Binnen het thema ‘kansengelijkheid’ gaat Dijkgraaf vooral in op het thema stagediscriminatie. In het coalitieakkoord spraken de vier regeringspartijen af stagediscriminatie uit te bannen. Inmiddels is doorgedrongen dat dit makkelijker is gezegd dan gedaan. Omdat eerdere maatregelen amper effect hebben gehad, overweegt minister Dijkgraaf nu radicale maatregelen. Wat dit precies kan zijn, is nog onduidelijk. In de brief wordt gesproken over ‘objectief werven en selecteren’. Leerbedrijven zouden studenten niet moeten aannemen op basis van een persoonlijke klik, maar op basis van competenties en leerwensen. Dit ‘anoniem solliciteren’ roept bij velen weerstanden op, niet het minst bij studenten met een migratieachtergrond. Volgens Adnan Tekin, voorzitter van de MBO Raad, ligt de oplossing vooral bij werkgevers: ‘Het bedrijfsleven heeft hierbij een hoofdrol.’ Wel biedt Tekin aan bedrijven graag te ondersteunen ‘binnen de mogelijkheden’ van scholen.

Innovatie

Dijkgraaf kondig ook aan extra te willen investeren in ‘onderzoek en innovatie’. Volgens Dijkgraaf kan het mbo een volwaardige partner worden van hoger onderwijs en wetenschap. ‘Ik zie de toegevoegde waarde van de praktijkgerichte kennis en expertise van het mbo voor de wereld van onderzoek en innovatie’, schrijft Dijkgraaf. In de Werkagenda wil de minister hier nadere afspraken over maken.  Hij denkt  aan het instellen van een netwerk van innovatieve docenten en onderzoekers. Ook zouden beurzen en premies beschikbaar moeten komen voor onderzoek in het mbo. Via ‘innovatiechallenges’ krijgen onderzoekers de kans om de visie zoals die is neergelegd in ‘MBO in 2030’ verder te ontwikkelen. Een eerste challenge zou na de zomer moeten kunnen beginnen.

Kwaliteitsafspraken

Zoals gezegd bevat de kaderbrief van minister Dijkgraaf een lange rij van beleidsvoornemens. Het gaat hierbij voor een groot deel om het voortzetten van bestaand beleid. Zo wil Dijkgraaf onder andere doorgaan met het Regionaal Investeringsfonds, het terugdringen van schooluitval en het stimuleren van doorlopende leerroutes tussen vmbo, mbo en hbo. Ook wil Dijkgraaf blijven investeren in excellentieonderwijs en de practoraten uitbouwen. Het instrument kwaliteitsafspraken blijft eveneens. In de Werkagenda zullen scholen en ministerie nadere keuzes maken over deze kwaliteitsafspraken, die moeten gaan lopen vanaf 2024. Dan zal ook duidelijk worden of scholen nog mogelijkheden krijgen extra te investeren in de kwaliteit van docenten. Zoals Dijkgraaf in zijn brief schrijft: ‘Onderwijsprofessionals maken de kwaliteit.’

Lees hier de brief ‘Kaders Werkagenda mbo’

Lees ook: Werkagenda mbo: scholen willen meer geld