Het personeelstekort in het mbo lijkt mee te vallen. Dit tekort ligt op ruim vier procent van de totale werkgelegenheid. In het voortgezet onderwijs (vijf procent) en het primair onderwijs (acht procent) is er een groter docententekort.
Dat blijkt uit de eerste landelijke meting van het personeelstekort in het mbo. De meting is in opdracht van het ministerie van onderwijs uitgevoerd met behulp van online vragenlijsten. In absolute aantallen kampen de mbo-scholen met een tekort van ongeveer 1.000 docenten. Twee op de drie docententeams ervaart geen tekort aan docenten. Het tekort is groter bij de brede mbo-scholen dan bij de vakscholen (‘beroepscolleges’).
Instructeurs
Het tekort aan instructeurs is kleiner dan dat aan docenten. Het gaat om een tekort van 2,9 procent. Bijna negentig procent van de onderwijsteams ervaart geen tekort aan instructeurs. Ook bij instructeurs is het tekort bij de vakscholen kleiner dan bij de brede regionale opleidingencentra.
Sectoren
De personeelstekorten doen zich vooral voor bij de algemene vakken taal en rekenen. Het tekort ligt hier op ongeveer tien procent. Daarnaast hebben sectoren als techniek, mobiliteit en specialistisch vakmanschap te maken met relatief grote tekorten. Het onderzoek maakt niet duidelijk in hoeverre er regionale verschillen zijn. Het ligt voor de hand dat het personeelstekort in de Randstad hoger is dan in de regio. In een volgende meting zal ook naar regionale verschillen gekeken worden.
Blij
Minister Bruins is blij met het beeld dat uit het onderzoek naar voren komt. Het personeelstekort in het mbo is lager dan het tekort in het primair en voortgezet onderwijs. Het ministerie gaat wel door met de maatregelen om het personeelstekort aan te pakken. De komende jaren gaan veel mbo-docenten met pensioen, waardoor het tekort kan oplopen. Eind 2025 moet een nieuwe meting duidelijk maken hoe het personeelstekort in het mbo zich ontwikkelt.
Bekijk hier het onderzoek over personeelstekorten in het mbo
Lees ook: Geen groot lerarentekort verwacht in mbo