‘Elfvoudig mbo’ pleit voor permanente transitie

Niet het curriculum maar de maatschappelijke opgave moet in het mbo centraal staan. Dat betogen voormalige leden van de Commissie Macrodoelmatigheid in een bundel met elf artikelen over de toekomst van het mbo.

De bundel is samengesteld door Max Hoefeijzers, voormalig baas van het Da Vinci College (Dordrecht), en Marc Vermeulen, hoogleraar in Tilburg. Beiden waren tot 2023 lid van de Commissie Macrodoelmatigheid. Zij grepen hun afscheid aan om het boek samen te stellen. Met de bundel willen de samenstellers het gesprek over de toekomst van het mbo op gang brengen. Ze presenteren in eigen woorden ‘een rijk scala aan bruikbare inzichten’.

Omkering

De rode draad in reeks artikelen is de gedachte dat in het mbo niet langer het aanbod centraal moet staan, maar ‘de maatschappelijke opgave’. Op dit moment werken mbo-scholen met in kwalificatiedossiers vastgelegde curricula. Zij ‘schenken dit uit’ aan de groep studenten. Volgens de auteurs moeten scholen niet langer uitgaan van deze landelijk vastgestelde curricula, maar van de vraag die regionale werkgevers hebben. Zij pleiten zelfs voor een omkering van de macrodoelmatigheid, ‘gericht op het ontwikkelen van lerenden in het licht van de noden van de samenleving’.

Zelfregie

Tegelijkertijd moeten studenten volgens de auteurs ‘mede-eigenaar van het leerproces’ worden. Zij moeten in de gelegenheid worden gesteld zelf een ‘eigen passende leerroute’ te kiezen. Het onderwijs zou nog meer dan nu een co-creatie moeten worden van werkgevers en scholen. De auteurs spreken over ‘hybride instituten’, waarbij het onderwijs door scholen en bedrijven ‘als coproducenten van leren’ wordt vormgegeven. Het onderwijs moet zo flexibel en adaptief worden. Studenten oriënteren zich in het begin van de opleiding breed. Via concrete ervaringen in de beroepspraktijk kiezen zij een leerroute die bij hen past.

Leven lang ontwikkelen

Volgens de auteurs moet het mbo niet zozeer opleiden tot een diploma als wel tot een baan of een vervolgopleiding. Wie een initiële mbo-opleiding heeft gevolgd komt tijdens zijn loopbaan periodiek terug naar school voor gerichte bijscholing. Zo ontstaat een regionaal ecosysteem, waarbij scholen en werkgevers nauw met elkaar verbonden zijn.

Transitie

De transitie die nodig is vraagt om sturing door de Rijksoverheid. Scholen en onderwijsteams moeten ingericht zijn op een permanente transitie. Volgens de bundel is de tijd rijp voor zo’n transitie. In een bijdrage betogen consultant Leo van den Hoek en Saskia Laseur dat het mbo zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld tot een volwassen sector met een eenduidig beeld van kwaliteit van onderwijs en examinering. De gewenste transitie is nu dan ook goed mogelijk, zeker omdat het mbo nu eindelijk de juiste maatschappelijke waardering krijgt.

De bundel ‘Elfvoudig mbo’ is hier te downloaden

Lees ook: ‘Niet meer opleiden tot boekhouder, maar tot wendbare werknemer‘