Om echt iets aan gelijke kansen te doen moeten laagopgeleiden dezelfde scholingsrechten krijgen als hoogopgeleiden. Dat stelt Paul van Maanen, voorzitter van ROC Midden Nederland.
Volgens Van Maanen worden in het Nederlandse onderwijsbestel kansrijke jongeren structureel bevoordeeld boven kansarme jongeren. Iemand die een universitaire studie volgt heeft aan het eind van de opleiding elf jaar bekostigd onderwijs genoten. Wie een mbo-2 opleiding volgt moet het doen met zes jaar onderwijs. Volgens Van Maanen heeft de mbo-student in zijn verdere loopbaan nog recht op voortgezet bekostigd onderwijs.
Permanente scholing
‘Als de overheid iets aan gelijke kansen wil doen, dient ze gelijke scholingsrechten te creëren’, schrijft Van Maanen in een opinieartikel in de NRC. In zijn voorstel krijgt iedere Nederlander dezelfde scholingsrechten. Wie een kortere initiële opleiding doet, heeft in het werkend leven nog recht op door de overheid bekostigd onderwijs. ‘Investeren in de toekomst van onze jongeren houdt niet op bij de beëindiging van de schoolloopbaan. Permanente scholing met financiële ondersteuning middels een persoonlijk scholingsbudget creëert gelijke kansen en stimuleert een leven lang leren in een snel veranderende arbeidsmarkt’, zo stelt Van Maanen.
Oproep
De mbo-bestuurder sluit zijn artikel af met een oproep aan zijn collega-bestuurders en de onderwijswoordvoerders in de Tweede Kamer om daadwerkelijk gelijke kansen voor iedereen mogelijk te maken.
Lees ook het artikel waarin Frank Kalshoven pleit voor een scholingsvoucher van € 15.000 voor jongeren die geen hoger onderwijs hebben genoten.
Lees ook: CBS snapt weinig van mbo