Instructeurs zijn onmisbaar in het mbo. Een beroep leer je immers het beste van een vakman. Een pedagogische en didactisch handboek specifiek voor deze onderwijsondersteuners, is dan ook meer dan welkom.
Onlangs publiceerde het Kohnstamm Instituut het onderzoek ‘Docentstages in het mbo. Professionele verbinding tussen onderwijs en werkveld’. Daaruit bleek dat docentenstages weliswaar steeds vaker voorkomen in het mbo, maar dat scholen er goed aan doen docenten nóg meer ruimte te geven om deze stages te volgen. De stage draagt immers bij aan nieuwe (lees: actuele) praktijkkennis, inzichten en vaardigheden. Drie componenten die bij instructeurs juist wel optimaal aanwezig zijn. Zij komen immers uit de praktijk. Maar op het moment dat ze de stap richting het onderwijs zetten, de praktijklokalen in, zit er doorgaans weinig kennis van de didactiek en pedagogiek in hun bagage. Terwijl die kennis voor de instructeurs eigenlijk net zo essentieel is als actuele praktijkkennis voor docenten.
Handvatten bij relevante thema’s
Het handboek ‘Didactiek en Pedagogiek in het beroepsonderwijs’ van onderwijskundige en oud-docent René van Kralingen biedt instructeurs (maar ook andere onderwijsondersteuners) de nodige handvatten. Het boek bevat zes hoofdstukken. Elk hoofdstuk behandelt een essentieel thema voor het instructeursschap. Zo laat hoofdstuk 1 (Zelfstandig opereren als instructeur) zien waarmee je als instructeur rekening dient te houden in de voorbereiding van je lessen. Je krijgt verder onder meer een aantal tools en werkvormen aangereikt die zorgen voor een gecontroleerde les. Verder passeren de belangrijkste onderwijstermen (‘leeractiviteiten’, ‘open en gesloten leerdoelen’) de revue, voorzien van een heldere uitleg. Hoofdstuk 2 (Samenwerking met studenten) gaat over de sfeer in de klas, de relatie met studenten, je verwachtingen ten aanzien van je studenten, et cetera. Hoe betrokken ben je buiten de les? Wat signaleer en rapporteer je? Wanneer schakel je pedagogische ondersteuning in? Ook het samenwerken met docenten in een onderwijsteam komt aan bod (hoofdstuk 5). Waarom is het belangrijk om het gesprek aan te gaan met docenten? Waar bestaat collegialiteit uit? En zo covert het handboek het uitgebreide palet aan didactiek en pedagogiek waarmee je als onderwijsondersteuner te maken krijgt.
Praktisch verpakte theorie
In elk hoofdstuk krijg je handvatten aangereikt in de vorm van theorie, interviews, oefeningen, casussen en opdrachten. Die afwisseling maakt het boek rijk én prettig leesbaar. Van Kralingen weet de theorie – in veel onderwijsboeken droge koek – bovendien goed te doseren. De insteek blijft bovenal praktisch: inzichten uit de wetenschappelijke literatuur gebruikt hij steevast om de praktijk in soepelere banen te leiden. Zo presenteert Van Kralingen het tienstappenplan van Bennet dat je helpt om te gaan met aanhoudende ordeverstoringen. Een paragraaftitel als ‘Wat kun je gebruiken uit de hersenwetenschap?’ (pagina 69) is veelzeggend: er is steeds een praktische vertaling van wetenschappelijke inzichten en aannames. Soms gaat dat misschien ietwat te ver. Een alinea die begint met het belang van brandstof en zuurstof en daarbij relevante feiten (‘Onze hersenen gebruiken ongeveer twintig procent van onze energie’) eindigt met het aanraden van studentenhaver (ja, dat bestaat nog!), appels of volkorencrackers en de tip om eens met het personeel van de schoolkantine te praten over het aanbod… Een brug te ver.
Verder niets dan lof. Een aanrader, ook voor docenten die veelvuldig samenwerken met instructeurs en andere onderwijsondersteuners.
Didactiek en Pedagogiek in het Beroepsonderwijs
Auteur: René van Kralingen
ISBN: 978 94 014 5266 3
Uitgeverij: Lannoo Campus