De Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs wil radicale maatregelen om de ongelijke kansen in het mbo tegen te gaan. Concreet pleit JOB voor anoniem solliciteren en betere begeleiding.
Het inspectierapport ‘De staat van het onderwijs’ legde deze week nog eens de vinger op de zere plek: jongeren met een niet-westerse migratieachtergrond hebben een veel kleinere kans op een goede stageplaats en op een baan dan jongeren zonder migratieachtergrond. Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB) reageert furieus en pleit voor radicale maatregelen. Concreet pleit JOB voor drie maatregelen:
– Spreek scholen en bedrijven aan op arbeidsdiscriminatie
– Laat studenten anoniem solliciteren voor hun stageplek
– Betere (stage)begeleiding van de mbo-student
Anoniem solliciteren
Het vinden van een stageplek leidt niet zelden tot grote problemen bij studenten met een niet-westerse migratieachtergrond. Deze stagekansen worden onder andere beïnvloed door de manier waarop studenten en begeleiders omgaan met negatieve reacties van stagebedrijven. Bij discriminatie in sollicitatieprocedures wordt de confrontatie met de leerbedrijven vermeden, omdat de school de relatie met het bedrijf goed wil houden. JOB ziet hierin een grote rol voor zowel mbo-scholen als het bedrijfsleven weggelegd. Voorzitter Rick de Wijk: ‘Het bedrijfsleven moet haar verantwoordelijkheid nemen. Iedere student moet een kans krijgen op de arbeidsmarkt. Stage- en arbeidsdiscriminatie moet actief worden bestreden.’
‘Teams mogen deze positieverschillen niet accepteren’
Maar niet alleen het vinden van een stage blijkt ingewikkeld. Ook het verschil in baankans is gegroeid. Gediplomeerden met een niet-westerse migratieachtergrond vinden minder makkelijk een baan dan hun afgestudeerde medestudenten. Waar van de afgestudeerden met een westerse achtergrond 6 procent na een jaar nog werkloos is, geldt dit voor ruim 20 procent van de gediplomeerden met een niet-westerse migratieachtergrond. ‘Teams mogen niet accepteren dat de positie van studenten met een migratieachtergrond structureel achterblijft bij die van studenten met een Nederlandse achtergrond’, zo concludeert het rapport. JOB-voorzitter De Wijk zegt hierover: ‘Goede begeleiding is essentieel om ervoor te zorgen dat elke student zijn talent maximaal kan ontplooien.’
Structurele veranderingen noodzakelijk
Om de problemen op landelijk niveau aan te pakken is echter een groter plan van aanpak nodig, zegt Interstedelijk Studenten Overleg-voorzitter Jan Sinnige: ‘Aan kleine knoppen draaien heeft geen zin meer, er moeten radicale en structurele veranderingen plaatsvinden om de ongelijkheid met wortel en al uit te roeien.’ In samenwerking met JOB en de Landelijke Studentenvakbond (Lsvb) wil ISO hier komend najaar een plan voor presenteren.
Lees ook: Kwaliteitsborging op mbo-scholen nog niet overal op orde