De extra maatregelen die het kabinet deze week heeft genomen om de corona-epidemie tegen te gaan hebben geen betrekking op het onderwijs. Het kabinet negeerde hiermee het OMT-advies om het mbo en het hoger onderwijs twee weken te sluiten.
In het laatste advies van het Outbreak Management Team (OMT) werd gesteld dat er veel besmettingen voorkomen bij jongeren in de bovenbouw van middelbare scholen, het mbo en het hoger onderwijs. Deze besmettingen zouden niet zozeer op school zelf ontstaan, maar wel door de contacten tussen leerlingen en studenten voor en na het onderwijs. Het OMT adviseerde daarom om tijdens de twee weken van extra strenge maatregelen het onderwijs op deze scholen te verbieden. Het mbo zou dan verplicht twee weken zijn aangewezen op online onderwijs.
Argumenten
Het kabinet heeft het advies van het OMT echter niet opgevolgd. Om dat besluit te onderbouwen hanteert het kabinet een hele serie argumenten. Zo zouden volgens het kabinet voor het mbo en het hoger onderwijs geen extra beperkende maatregelen nodig zijn, omdat op deze onderwijsinstellingen de jongeren anderhalve meter afstand moeten houden. Ook zouden de afspraken over het gespreid reizen met het openbaar vervoer goed werken. Een verdere beperking van het fysieke onderwijs zou bovendien tot meer studievertraging leiden, hetgeen scholen en studenten op kosten zou jagen. Ook zouden studenten later de arbeidsmarkt opkomen, zou de onderwijskwaliteit afnemen en zou het welzijn van jongeren onder druk komen te staan. Tot slot zou ook nog de werkdruk van docenten toenemen.
Geen consequenties
Voorlopig hebben de maatregelen dus geen consequenties voor het mbo. Uit het OMT-advies kan wel worden afgeleid dat bij tegenvallende ontwikkelingen sluiting van scholen goed mogelijk is. Dat geldt in het bijzonder voor de regio’s waar het aantal besmettingen nog zeer hoog is: de regio’s Rotterdam, West-Brabant en Twente.
Lees hier de brief over de aanvullende coronamaatregelen
Lees ook: Veel studenten lopen studievertraging op