Het is aan de onderwijsteams om te bepalen in hoeverre de inzet van online onderwijs van toegevoegde waarde is. Daarover zijn docent Conrad Berghoef en Adnan Tekin, voorzitter van de MBO Raad, het snel eens.
Sinds de coronapandemie hebben de mbo-scholen noodgedwongen veel ervaring opgedaan met het verzorgen van online onderwijs. Docenten leerden in korte tijd allerlei nieuwe technieken aan. Verrassenderwijs bleek digitaal onderwijs soms best goed te werken. Dat leidde, vooral bij bestuurders, tot de overtuiging dat online onderwijs ook na de pandemie behouden zou moeten blijven. Sommige scholen stelden zelf dat docenten voortaan een bepaald percentage van het onderwijs digitaal zouden moeten verzorgen.
Dankbaar
Naar aanleiding van een evaluatie deed Adnan Tekin, voorzitter van de MBO Raad, de uitspraak dat we in zekere zin de pandemie dankbaar kunnen zijn. Twee jaar onderwijs tijdens corona heeft de innovatie in het mbo enorm gestimuleerd. Deze uitspraak schoot Conrad Berghoef, docent Nederlands bij Friese Poort, in het verkeerde keelgat. In een column in de MBO-krant wees hij op de grote sociale problemen van studenten tijdens de pandemie. Van dankbaarheid kan daarom zeker geen sprake zijn. ‘Meneer Tekin, ik hoop dat u uw woorden een volgende keer wat zorgvuldiger wilt kiezen’, zo sloot Berghoef zijn open brief af.
Gesprek
Naar aanleiding van deze column nodigde Adnan Tekin Conrad Berghoef uit voor een goed gesprek. Bij dat (online) gesprek bleken beiden het snel eens te kunnen worden. Online onderwijs kan een nuttige aanvulling zijn op het onderwijs, maar dit kan nooit van hogerhand worden opgelegd. Het is aan het onderwijsteam om te bepalen of en hoe digitaal onderwijs wordt ingezet. Tekin: ‘Ik kan me voorstellen dat onderwijsteams met elkaar afspreken dat ze voor bepaalde onderdelen blended onderwijs inzetten als dat onderwijsinhoudelijk het beste past. Maar het uitgangspunt blijft wat mij betreft fysiek onderwijs.’ Conrad Berghoef is het daarmee eens: ‘Ik kan met je meegaan dat de pandemie ook vernieuwing oplevert. Het onderwijs is misschien wel een beetje conservatief. Zover als we nu zijn, had wellicht nog een jaar of tien gekost. Wat ik wel een belangrijk uitgangspunt vind, is dat blended onderwijs vanuit de onderwijsteams zelf komt.’
Bottom up
Berghoef pleit voor een bottom up benadering: ‘In de onderwijsteams zitten professionals die veel beter weten wat wel en niet werkt.’ Tekin is het met hem eens: ‘Ik vind ook dat het initiatief vanuit de teams moet komen en in samenspraak moet gaan met de studenten- en medezeggenschapsraad en het college van bestuur. De onderwijsinhoudelijke kant moet leidend zijn.’ Hiermee sluit Tekin zich aan bij het standpunt van minister Dijkgraaf. In zijn ‘Handreiking afstandsonderwijs mbo’ is de rode draad dat docenten het beste kunnen bepalen wanneer de inzet van online onderwijs toegevoegde waarde heeft.
Lees hier een uitgebreid verslag van het gesprek tussen Adnan Tekin en Conrad Berghoef
Lees ook: Dijkgraaf: scholen zijn vrij om afstandsonderwijs in te zetten