De MBO Raad is niet blij met het advies van de Onderwijsraad over het lerarenregister. Jan van Zijl: ‘In het advies wordt de positie van docenten in het mbo, vaak zij-instromers met een rijke praktijkervaring, miskend door hen buiten het register te plaatsen. Dat is onaanvaardbaar.’
De MBO Raad wijst erop dat een groot deel van de docenten in het mbo zij-instromers zijn: zij hebben geen didactische aantekening, maar wel de praktijkervaring, die voor het mbo zo essentieel is. In het conceptwetsvoorstel lerarenregister is een voorziening getroffen voor de bijzondere positie van deze docenten in het mbo: het register-voorportaal. Zij-instromers worden daarin geregistreerd en zodra zij hun pedagogische didactische aantekening hebben gehaald, komen zij in het lerarenregister.
Tussenoplossing
De MBO Raad kon leven met deze tussenoplossing, hoewel niet van harte. Jan van Zijl: ‘In onze visie dient óók de zij-instromer behandeld te worden als bevoegd docent en dus opgenomen te worden in het register. Wél dient deze docent in het kader van zijn herregistratie binnen de kortst mogelijke termijn zijn pedagogische aantekening halen. Tot onze onaangename verrassing vindt de Onderwijsraad dit registervoorportaal echter ongewenst.’ De Onderwijsraad erkent de bijzondere positie van de zij-instromer in het mbo, maar is van oordeel dat daarvoor buiten het kader van het lerarenregister een voorziening moet worden getroffen. ‘De Onderwijsraad geeft op geen enkele wijze aan wat die voorziening dan zou moeten zijn. Daarmee miskent de Onderwijsraad de positie van de docent met veel praktijkervaring en geeft hij ook geen blijk het mbo als onderwijssector goed te kennen.’
Onaanvaardbaar
De politiek, het ministerie van OCW en mbo en bedrijfsleven zelf hechten zeer aan het belang van een goede aansluiting van het beroepsonderwijs op het bedrijfsleven. Het stimuleren van mensen uit het bedrijfsleven om hun praktijkervaring over te dragen aan studenten in het mbo is daarvoor essentieel. Jan van Zijl: ‘Opvolging van het advies van de Onderwijsraad zou betekenen dat de rijke ervaring opgedaan in het échte bedrijfsleven van deze zij-instromer lager wordt gewaardeerd dan het diploma van 2egraads nét afgestudeerde van een lerarenopleiding zonder één dag praktijkervaring. Het mbo wordt daarmee voor veel mensen die een overstap uit het bedrijfsleven naar het onderwijs willen maken minder aantrekkelijk. En de kwaliteit van het mbo komt ook onder druk te staan. Dat is voor het mbo onaanvaardbaar.’ De MBO Raad roept daarom de bewindslieden van OCW op om dit onderdeel van het advies van de Onderwijsraad niet op te volgen. ‘Doen zij dit toch, dan blijken alle mooie woorden vanuit de politiek over het belang van de aansluiting beroepsonderwijs-arbeidsmarkt niet meer dan lippendienst.’
Update: Ook de VO-raad is van mening dat een voorportaal een goed idee is. Zie hier de reactie van de VO-raad.