Een verplicht lerarenregister versterkt de kwaliteit en de status van de beroepsgroep. Dat stelt de Onderwijsraad in een advies aan staatssecretaris Dekker. De Raad is tegenstander van een apart voorportaal voor nog niet bevoegde leraren.
De Onderwijsraad steunt het idee van een verplicht lerarenregister. De Raad ziet het register als een belangrijk middel om de kwaliteit en het aanzien van leraren in Nederland te vergroten. De Onderwijsraad vindt het goed dat het kabinet het initiatief heeft genomen tot een wettelijke regeling. Liever had de Raad een privaatrechtelijk register gezien, dat volledig opgezet zou zijn door de beroepsgroep zelf. Nu echter zo’n privaat initiatief niet voldoende van de grond komt, is het goed dat het kabinet met een wettelijke regeling komt.
Leeg
Ook bij het publiekrechtelijke register is betrokkenheid van de beroepsgroep cruciaal, aldus de Onderwijsraad. De overheid zal primair optreden als beheerder van het register, de beroepsgroep zelf zal zich als eigenaar moeten opstellen. Hiertoe is het belangrijk dat in alle sectoren beroepsstandaarden worden geformuleerd. ‘Een lerarenregister zonder beroepsstandaard is leeg’, aldus de Onderwijsraad. In dit opzicht loopt het mbo voorop: in het mbo bestaat al sinds 2009 een Professioneel Statuut.
Voorportaal
De Onderwijsraad is tegenstander van een apart voorportaal voor leraren die nog niet volledig bevoegd zijn. Zo’n voorportaal is een wens die met name in het mbo speelt, omdat in het beroepsonderwijs veel zij-instromers actief zijn. Volgens de Onderwijsraad moeten specifieke situaties omtrent niet-bevoegde leraren, instructeurs en andere functies in het onderwijs buiten het kader van het lerarenregister geregeld worden.
Eén register
De Onderwijsraad acht het van belang dat er voor alle betrokken onderwijssectoren – primair onderwijs, voortgezet onderwijs, speciaal onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs – één register komt.
Lees hier het volledige advies over het Wetsvoorstel lerarenregister.
Update: De Onderwijscoöperatie onderschrijft in een reactie het advies van de Onderwijsraad. Joost Kentson, voorzitter van de Onderwijscoöperatie: ‘De Onderwijsraad legt de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs in de handen waar het hoort: bij de beroepsgroep en de individuele docent.’ Ook de AOb is blij met het advies. AOb-voorzitter Walter Dresscher: ‘De raad is kritisch over precies dezelfde punten als de AOb. Wij voelen ons gesteund.’