Het aantal mbo-docenten dat in de laagste loonschaal LB is ingeschaald, is de laatste acht jaar gestegen van 40 naar 52%. Dat blijkt uit het rapport ‘De Financiële Staat van het Onderwijs’.
Volgens minister Van Engelshoven is de stijging van het aantal LB-docenten met name te verklaren door de instroom van veel nieuwe docenten. Deze instroom is niet alleen hoog door het vertrek van oudere docenten maar ook door een groei van het totaal aantal docenten binnen het mbo. Nieuwe docenten die in het mbo gaan werken, starten in de laagste loonschaal. Het is namelijk belangrijk, zo schrijft de minister aan de Tweede Kamer, dat docenten voldoende loopbaanperspectieven hebben. In de loop der jaren kunnen zij in hogere loonschalen terechtkomen.
Functiemix
Volgens minister Van Engelshoven zijn in het kader van het actieplan ‘Leerkracht van Nederland’ specifieke afspraken gemaakt over de salarismix binnen mbo-scholen in de Randstad. In de Randstad is het percentage dat volgens de laagste loonschaal wordt betaald inderdaad lager: zo’n 40% tegen zo’n 52% buiten de Randstad. Van een stijging van het aantal docenten in de hogere loonschalen (LC en LD) is in de Randstad echter ook geen sprake. Het percentage docenten in de schalen LC en LD is sinds 2011 gedaald van zo’n 63% naar 57%. Van de afspraak in het actieplan om binnen de mbo-sector het aantal docenten met een LD-schaal of hoger te laten stijgen naar 14% is niets terechtgekomen. Dit percentage is tot 2018 blijven steken op 8%.
Lees hier de brief van minister Van Engelshoven. Lees ook het rapport ‘De Financiële Staat van het Onderwijs 2018’
Lees ook: Minister wil in gesprek met scholen over salariëring docenten