Met practoraten naar beter beroepsonderwijs

Door onderzoek te doen naar ontwikkelingen in het vakgebied kunnen docenten het mbo-onderwijs verbeteren. Practoraten kunnen docenten helpen om voortdurend op de hoogte te blijven van nieuwe ontwikkelingen.

Sinds enkele jaren kent het mbo, in navolging van de lectoraten in het hbo, ‘practoraten’. Stichting Ieder mbo een practoraat heeft nu een manifest opgesteld over het nut van onderzoek in het mbo. Volgens het manifest kunnen practoraten een scharnierfunctie vervullen tussen ontwikkelingen in de beroepspraktijk en de vernieuwing van het onderwijs. Het manifest is opgesteld om aangestelde practoren en andere belanghebbenden een handreiking te bieden. Hoe ziet onderzoek in het mbo eruit? Aan welke voorwaarden moet worden voldaan? Het manifest kan bestuurders, beleidsmakers en docenten helpen bij de manier waarop zij binnen de instelling vorm geven aan de practoraten.

Groeidocument
De onderzoekscomponenten binnen het mbo zijn volop in ontwikkeling. De eerste practoraten werden in oktober 2016 in het leven geroepen door de stichting Ieder mbo een practoraat. Het gepresenteerde manifest is dan ook geen eindproduct, maar een groeidocument. Het is gebaseerd op interviews met deskundigen als Frans Leijnse (zie foto), Elly de Bruijn en Marc van der Meer.

Eigenschappen
Het manifest beschrijft onder andere de rol die de practor binnen de school kan vervullen. Een practor zou aan de volgende eigenschappen en kwaliteiten moeten voldoen:

• Is een meester in het vak (domeinkennis) en tegelijkertijd een leermeester;
• Handelt vanuit betrokkenheid op het vakmanschap, nieuwsgierigheid en is in staat een omgeving te creëren waarin vakmanschap voor de toekomst wordt gevormd;
• Heeft een uitgebreid netwerk, kent de drie werelden (onderzoek, onderwijs en beroepspraktijk) goed, kan tot die verschillende werelden behoren en is een verbinder pur sang;
• Is goed in kennismanagement als sociaal proces: kan mensen en expertises verbinden;
• Heeft status, is inhoudelijk gezagdragend (boegbeeld), vervult een voorbeeldfunctie en is inspirerend;
• Is gelieerd aan een team en kan ‘vrije speler’ zijn: kritisch en onafhankelijk;
• Is sensitief/heeft antennes voor wat er in het vak gebeurt, wat er speelt bij docenten en ook voor wat studenten tegenkomen tijdens stages of na doorstroom in het hbo;
• Kijkt over de heg, heeft een toekomstbeeld en kijkt naar mogelijkheden (‘serendipiditeit’);
• Is thuis in onderzoek(smethoden) en kan onderzoeksgegevens betekenis geven en kennis werkbaar maken.

‘Laat de theorie de praktijk niet domineren’
Volgens het manifest is het dichttimmeren van onderzoek in een practoraat niet zinvol. Het is productiever om via practoraten ervaring op te doen met het ontdekken en ontwikkelen van een eigen stijl van onderzoek binnen de mbo-context en op die manier een eigen onderzoekstraditie op te bouwen. ‘Laat practoraten aan het werk gaan. Speel en leer met in het achterhoofd het idee van luciditeit, deel dat en leer daarvan, in plaats van dat de theorie de praktijk domineert’, aldus Ton Bruining (KPC-groep) in het manifest.

Lees hier het volledige manifest.

Bekijk hier een interview met Frans Leijnse over practoraten.