Minister Van Gennip: ‘STAP-regeling moet strenger en beter’

De STAP-regeling mag zich in een grote populariteit verheugen. Maar de kwaliteit van de opleidingen is niet gegarandeerd. Ook hebben veel gesubsidieerde cursussen nu een hobbymatig karakter. Volgens minister Karien van Gennip moet de regeling ‘strenger en beter’.

In een brief aan de Tweede Kamer zet minister Karien van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) de ervaringen met de STAP-subsidie op een rij. Het bereik van de regeling is indrukwekkend. Dit jaar hebben al meer dan 200.000 mensen een subsidie ontvangen. Zij hebben gekozen voor zo’n 17.000 verschillende cursussen van meer dan duizend verschillende opleiders. Tot tevredenheid van de minister maken niet alleen hoogopgeleiden van de regeling gebruik: de helft van de aanvragers heeft een opleiding op maximaal mbo 4-niveau. In dit opzicht functioneert de regeling beter dan de voormalige scholingsaftrek. Van die regeling maakten vooral hoogopgeleiden gebruik.

Scholingsregister

Toch zijn er ook veel zorgen over de STAP-regeling. Er zijn serieuze vermoedens van grootschalige fraude en misbruik. Daarnaast zijn er twijfels over de arbeidsmarktrelevantie van de gesubsidieerde cursussen. Uit het overzicht van de gekozen opleidingen blijkt dat deze vaak een hobbymatig karakter hebben. Lastig daarbij is dat bij bijvoorbeeld een cursus Spaans niet bepaald kan worden of deze nodig is voor de professionele ontwikkeling. Duidelijk is dat te weinig opleidingen betrekking hebben op cruciale sectoren als zorg en techniek.

Misbruik

Duidelijk is ook dat er veel opleiders zijn die primair het eigen gewin voorop stellen. Met cadeaus of snoepreisjes bieden zij ‘gratis’ opleidingen aan. Onderzoek van de Toetsingskamer, die toezicht houdt op de STAP-regeling, heeft al geleid tot het schrappen van duizenden opleidingen uit het register. Van vervuiling blijft in het register ook dan nog sprake. Met meer dan 100.000 opleidingen kan het register onmogelijk kwaliteit garanderen. Minister Van Gennip hoopt op de integriteit van opleiders om hobby-cursussen niet in het register op te nemen.

Keurmerken

In de regeling is een grote rol weggelegd voor keurmerken als die van NRTO en Cedeo. Nu blijkt echter dat deze organisaties alleen opleiders aan een keuring onderwerpen, maar niet opleidingen. Als een opleidingsinstituut eenmaal een keurmerk heeft, kan dit instituut vervolgens zelf cursussen opnemen in het register. Dit leidt tot een register met meer dan 100.000 opleidingen. De kwaliteit ervan is niet te garanderen. De keurmerken beloven ook de opleidingen te gaan controleren.

Publieke aanbieders

In het geweld van commerciële opleiders dreigen de publieke opleiders, zoals de mbo-scholen, onder te sneeuwen. Verbetering van de aansluiting van roc’s, hogescholen en universiteiten heeft daarom voor minister Van Gennip ‘grote prioriteit’. Een koppeling moet ervoor zorgen dat het aanbod van deze publiek gefinancierde opleiders eenvoudig in het scholingsregister komt. Of zo’n maatregel het aandeel van deze opleiders zal vergroten, is echter de vraag.

Lees ook: Opleiders vanwege misbruik uit scholingsregister geschrapt

Lees hier de brief van minister Van Gennip over de STAP-subsidie