Bijna 5% meer loon voor docenten en afspraken over minder werkdruk. Dat zijn de hoofdpunten van een nieuwe cao voor het mbo.
De onderhandelingen over een nieuwe cao hebben bijna anderhalf jaar geduurd. Het resultaat mag er zijn. Werknemers in het mbo gaan er tot 1 juli 2020 in totaal structureel 4,9% op vooruit. Daarnaast ontvangen zij in oktober 2018, januari 2019 en januari 2020 een eenmalige uitkering. Bij elkaar tellen deze uitkeringen op tot ongeveer 2,7%. Vanuit andere onderwijssectoren wordt met enige jaloezie gekeken naar deze forse loonsverhoging in het mbo. De oorspronkelijke inzet van de AOb was een verhoging van 3,5% in 2018.
Werkdruk
Naast het loon is er in de nieuwe cao veel aandacht voor werkdruk. Zo krijgen docenten bij de start van hun loopbaan meer tijd om zich in te werken. De eerste twee jaar is voor elke starter per jaar honderd uur beschikbaar voor inwerkactiviteiten. Daarnaast gaan scholen een ‘werkdrukplan’ maken. In dat plan komen onderwerpen aan de orde als het omgaan met piekbelasting, werkklimaat, het verlagen van administratieve lasten en de rol van leiderschap. Jaarlijks rapporteert de werkgever over werkdruk in het sociaal jaarverslag.
Wendbaarheid
In de cao zijn verder afspraken gemaakt over flexibilisering. De wereld van werk verandert snel en scholen moeten daarin mee. Werkgevers en werknemers hebben afgesproken onderzoek te doen welke belemmeringen er op dit punt zijn. Ook gaan enkele scholen experimenteren met een ‘circulaire loopbaan’ en zal er meer gewerkt worden met ‘hybride docenten’.
Trots
Onderhandelaar namens de MBO Raad Frank van Hout, in het dagelijks leven bestuurder van het Friesland College, is tevreden: ‘We mogen trots zijn op dit resultaat. Werkgevers en werknemers kunnen de komende periode verder werken aan een nóg beter mbo.’ Ook Tamar van Gelder van de AOb is niet ontevreden: ‘We hebben een goede stap gemaakt in het verbeteren van de lonen. En de werkgevers zijn het eindelijk met ons eens dat de werkdruk naar beneden moet. Wat ik verder grote winst vind, is dat starters nu de tijd krijgen om zich in te werken.’ Van de AOb-wens om iets te doen aan de reductie van het aantal lesuren – er werd gesproken over een reductie van op termijn 20% – is overigens niets terug te vinden in het akkoord.
Positief advies
De vakbonden en de werkgeversorganisatie leggen voor 1 oktober het akkoord met een positief advies voor aan hun leden. De afspraken gaan voor bijna twee jaar gelden voor circa 55.000 medewerkers.
Lees hier het onderhandelaarsakkoord. Lees ook de oorspronkelijke inzet van de gezamenlijke vakbonden.
Lees ook: AOb wil aantal lesuren met 20% verlagen