NPO-middelen vooral ingezet om achterstanden in te lopen

De mbo-scholen gebruiken de extra middelen uit het Nationaal Programma Onderwijs vooral om studievertraging aan te pakken en achterstanden in te lopen. Dat blijkt uit de eerste voortgangsrapportage van het Nationaal Programma.

Via het Nationaal Programma Onderwijs (NP Onderwijs) heeft het kabinet miljarden euro’s vrijgemaakt om de nadelige gevolgen van de coronapandemie in het onderwijs aan te pakken. Een stevig deel van dit geld wordt besteed aan de halvering van het lesgeld en de compensatie voor hogere studentenaantallen. Voor het aanpakken van studievertraging en het verbeteren van het welzijn van mbo-studenten is in het NP Onderwijs zo’n 200 miljoen euro beschikbaar. Alle mbo-scholen hebben dit jaar een plan gemaakt voor de besteding van deze gelden. Zij konden daarbij gebruikmaken van een lijst van ‘bewezen effectieve interventies’.

Taalachterstanden

Uit de eerste analyse van de plannen van de scholen blijkt nog maar eens dat de impact van corona op het leven van studenten groot is geweest. Meer dan in het hoger onderwijs hebben mbo-studenten studievertraging opgelopen. Vooral studenten van de entreeopleiding en op niveau 2 hebben het moeilijk gehad. Het gaat bij deze groep bijvoorbeeld om taalachterstanden.

Blended learning

Uit de analyse van de plannen blijkt dat scholen de beschikbare middelen vooral inzetten voor activiteiten die vallen onder de categorie ‘soepele in- en doorstroom’ en ‘studievertraging’. De maatregelen zijn veelal een intensivering van activiteiten die de scholen onder normale omstandigheden ook uitvoeren. Het gaat bijvoorbeeld om activiteiten die betrekking hebben op loopbaanoriëntatie en studiebegeleiding (LOB). Ook wordt geld ingezet voor inhaalprogramma’s en remedial teaching, veelal buiten de reguliere schooltijden. Scholen gebruiken het geld ook voor het ontwikkelen van digitaal lesmateriaal. Met name op de niveaus 3 en 4 zien scholen mogelijkheden voor blended learning.

Maatwerk

Om bij het wegwerken van achterstanden effectief te zijn is maatwerk nodig. Studenten hebben sterk verschillende behoeften, zo bleek onder andere uit onderzoek van JOB. Dit realiseren van maatwerk vraagt van onderwijsteams een forse inspanning. Soms wordt geld ingezet om tot kleinere klassen te komen. Ook krijgen docenten meer ruimte voor individuele begeleiding. Het kan daarbij gaan om hulp bij de studie, maar ook om hulp bij persoonlijke problematiek. Daarbij worden ook zorgcoördinatoren ingezet. Deze laatste activiteiten vallen onder de categorie ‘welzijn’.

Stages

Door het snelle economische herstel lijkt het stagetekort inmiddels voor een groot deel verdwenen. Problemen doen zich nog wel voor bij de zorgopleidingen. Door de aanhoudende werkdruk is er in veel instellingen minder tijd om stagiaires te begeleiden. Toch hebben veel scholen ook plannen gemaakt om stage-achterstanden in te lopen. Het gaat dan bijvoorbeeld om alternatieve stages via een simulatie leeromgeving en om extra begeleiding.

Deze eerste voortgangsrapportage NP Onderwijs geeft een beeld van de stand van zaken bij de start van het studiejaar 2021/2022. Een volgende rapportage verschijnt in het voorjaar van 2022.

Lees ook: Nationaal Programma Onderwijs: meer dan achterstanden inhalen