Onder druk van de Tweede Kamer heeft de Onderwijscoöperatie besloten zich niet meer te bemoeien met het lerarenregister. Wordt de ontwikkeling van het register nu een verantwoordelijkheid van leraren zelf?
Er bestaat onder leraren al lange tijd kritiek op het lerarenregister. Het zou een bureaucratisch monster zijn, waarvoor onder leraren geen draagvlak bestaat. De afgelopen weken sloten steeds meer Kamerleden zich aan bij deze kritiek. Paul van Meenen (D66) richtte daarbij zijn pijlen in het bijzonder op de rol van de Onderwijscoöperatie. Volgens Van Meenen is de coöperatie er niet in geslaagd om het vertrouwen van leraren te winnen. ‘Dit komt niet meer goed’, aldus Van Meenen in een debat over leraren. Hij kondigde een motie aan om het bestuur van de Onderwijscoöperatie buiten spel te zetten. Dat bestuur, bestaande uit vakbonden, zou moeten worden vervangen door een bestuur van leraren. De motie, die sterk ontraden werd door minister Slob, komt begin april in stemming. Partijen als VVD en GL zijn kritisch over de motie. Volgens VVD-woordvoerder Rudmer Heerema gaat de Tweede Kamer niet over het bestuur van een vereniging als de Onderwijscoöperatie.
D66
Pikant is dat Van Meenen bij zijn aanval op de Onderwijscoöperatie geadviseerd zal zijn door zijn partijgenoot Jan van de Ven. Deze populaire onderwijzer, tevens D66-Statenlid in Limburg, was gepasseerd als voorzitter van de Onderwijscoöperatie. Dit zette bij veel onderwijzers kwaad bloed en heeft het imago van de coöperatie geen goed gedaan.
‘Tijdelijke rol’
De Onderwijscoöperatie heeft inmiddels zijn knopen geteld. In een persbericht meldt het bestuur de ondersteuning van het register terug te geven aan de minister. Volgens het bestuur moet de zeggenschap over het lerarenregister volledig bij leraren liggen: ‘Het bestuur heeft zichzelf bij de oprichting van het register altijd een tijdelijke rol gegeven. De tijd is nu gekomen om afstand van die rol te nemen.’ De afgelopen vijf jaar heeft de Onderwijscoöperatie een centrale rol gespeeld bij de ontwikkeling van het register.
Lerarenparlement
De verdere implementatie van het register zou volgende de Onderwijscoöperatie in handen moeten komen van de ‘Deelnemersvergadering’. Dit gremium bestaat formeel uit alle geregistreerde leraren gezamenlijk. In de praktijk zou de uitvoering een verantwoordelijkheid worden van de gekozen afvaardiging van de Deelnemersvergadering, sinds kort ‘Lerarenparlement’ geheten. Deze 24 gekozen leraren zouden dan, los van de Onderwijscoöperatie, verantwoordelijk worden voor het register. Binnen het lerarenparlement leven echter zeer verschillende opvattingen over nut en noodzaak van een lerarenregister. Wordt dus vervolgd!
Lees hier de brief van de Onderwijscoöperatie.
Lees ook:
– Tweede Kamer wil lerarenregister on hold zetten
– Deel Tweede Kamer wil stoppen met lerarenregister