Gisteren hebben zestien mbo-docenten de eerste schreden op het pad naar promotieonderzoek gezet. Zij doen mee aan het pre-promotietraject dat de BVMBO, ecbo, Hogeschool Utrecht en de Open Universiteit hebben opgezet om docenten te ondersteunen bij hun promotieambities.
Het ministerie van OCW stimuleert al enige jaren promotieonderzoek door docenten, onder meer via het programma Promotiebeurs voor Leraren. Jaarlijks stelt het ministerie circa 9,5 miljoen euro beschikbaar om een onderzoekscultuur in scholen te bevorderen en tegelijkertijd een kwaliteitsverbetering van het onderwijs op gang te brengen. Van de docenten die promotieonderzoek doen, zijn er maar een paar afkomstig uit het mbo, simpelweg omdat de onderzoekscultuur in het mbo zich nog in de kinderschoenen bevindt. Er zijn bij geïnteresseerde mbo-docenten dan ook vele vragen over promoveren. Uit eerdere ervaringen met pre-promotietrajecten voor docenten is gebleken dat een dergelijk traject erg behulpzaam is in de oriëntatie op een promotie. Bovendien vergroot het de kans op het verkrijgen van een promotiebeurs. Vandaar dat er nu ook voor mbo-docenten een dergelijk traject is ontwikkeld
Eerste groep gestart
De eerste groep van zestien deelnemers startte op woensdag 18 januari. Zij doorlopen tot en met februari 2018 drie fasen: een oriëntatiefase, een fase waarin het opfrissen van onderzoeksvaardigheden (o.a. het aanscherpen van de probleemstelling en het formuleren van een onderzoeksvraag) centraal staat en de derde fase, waarin gewerkt wordt aan een onderzoeksplan en de aanvraag van een promotiebeurs.
Uitgelezen kans
Een van de deelnemers die het pre-promotieproject doorloopt, is Rob Schrijver, docent verpleegkunde ROC Rijn IJssel. ‘Promotieonderzoek had ik al lang op mijn verlanglijstje staan’, vertelt hij. ‘De wens daartoe stamt uit de tijd dat ik de masteropleiding Pedagogiek deed aan de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden. Ik heb nog wel een plan opgesteld en contact gelegd met een beoogd promotor, maar daar bleef het bij. Tot vorig jaar. Ik begon toen om mijn kennis en kunde op onderzoeksgebied te vergroten bij de Open Universiteit aan een schakelprogramma voor de master Onderwijswetenschappen. En toen hoorde ik over dit pre-promotietraject, met een nog beter aansluitend programma om gezamenlijk met andere mbo-docenten toe te werken naar een mogelijk onderzoeksvoorstel en de aanvraag van een promotiebeurs. Een uitgelezen kans om met gelijkdenkende en onderzoekende collega’s te werken naar iets wat we graag willen doen: praktijkgericht onderzoek in het mbo. Ik heb er zin in en kijk uit naar ons gezamenlijke pad!’
Impact keuze in toetsvorm op motivatie
Ook Giel Kessels, docent/loopbaanbegeleider bij Summa Automotive, is enthousiast. ‘Ik neem deel omdat ik denk dat er veel winst te halen is wanneer er in het mbo gedegen onderzoek gedaan wordt om het dit onderwijs nog leuker en nog beter te laten worden. Ik wil zo veel mogelijk mijn capaciteiten gebruiken om studenten een goede toekomst te bieden. Het verrichten van goed onderzoek hoort daar wat mij betreft zeker bij. Wanneer studenten zelf hun toetsvorm kiezen, worden de talenten van de student beter benut. Het lijkt me waardevol voor de student, docent, Summa College en voor het mbo om inzicht te krijgen in wat de keuze in toetsvorm doet met de motivatie en leeropbrengst van de studenten. Goed mbo-onderwijs is voor iedereen van belang. Onderzoek in deze sector kan daar aan bijdragen.’
Positionering rekendocent onder de loep
Kooske Franken, rekenadviseur bij het Kenniscentrum Taal en Rekenen van het Albeda College, is eveneens een van de deelnemers aan het pre-promotietraject. Voor haar promotieonderzoek wil ze het dicht bij huis houden. ‘Met name de positionering van de rekendocent in het mbo, de rollen, taken en werkwijze hebben mijn interesse’, vertelt ze. ‘Rekenen is een relatief nieuw vak in het mbo. Er is nog weinig over bekend. Daarom is het belangrijk dat er onderzoek wordt gedaan naar wat werkt voor de rekendocent. Vanuit de praktijk heb ik hier wel ideeën over, maar hoe kunnen deze ideeën omgezet worden in een onderzoeksopzet/promotievoorstel? Dat ga ik nu ontdekken.’