Twaalf huidige mbo-bestuurders. Eén oud-bestuurder. Eén directeur mbo van het ministerie van OCW. En één voorzitter van de MBO Raad. Ziedaar de key players van het Nederlandse mbo die projectmanager/auteur en oud-docent Coen Pots interviewde voor zijn boek ‘Navigeren met het hart’. Hun levensverhalen, meningen en visies leveren een helder beeld op van waar het mbo voor staat en voor gaat.
Door: Olaf van Tilburg
Coen Pots is een ‘verbinder van (beroeps)onderwijs en bedrijfsleven’, zo is te lezen op zijn website. In die hoedanigheid is hij goed ingevoerd in het mbo, een onderwijssector die hij van ‘cruciaal belang’ acht. Zonder mbo’ers ‘wordt er niets gebouwd of onderhouden in het land, rijden onze auto’s niet, worden ons groen en de leefomgeving niet onderhouden, is er geen zorg voor zieken en ouderen, is er geen voedsel beschikbaar, zijn er geen grondstoffen en is elke vorm van energie in onze huizen ondenkbaar’, aldus Pots in het voorwoord. Het is een staaltje mbo-promotalk die we doorgaans ook van de bestuurders zelf te horen krijgen. Bij praatjes op congressen, maar ook in dit boek. ‘Het mbo is enorm ondergewaardeerd door de maatschappij, het bedrijfsleven én onze overheid’, zo laat bijvoorbeeld Ron Kooren (CvB-voorzitter bij het Albeda College) weten. Peter Vrancken (CvB-voorzitter van ROC Da Vinci College) verwoordt het aldus: ‘Het mbo is het fundament van de samenleving.’ En dat is nog maar het topje van deze ijsberg van mbo-mooimakerij. Niet dat het erg is: het mbo krijgt hier de boost die het verdient.
15 bestuurders
Dit boek geeft het mbo het nodige steuntje in de rug. Dat gebeurt aan de hand van interviews met 15 bestuurders. Voor deze interviews vond Pots inspiratie bij de zogeheten ‘Theorie U’ van Otto Scharmer: hij liet elke bestuurder spreken over persoonlijk leiderschap, waarbij de kernvraag is: hoe kan ik als mens een volstrekt eigen bijdrage leveren aan de maatschappij, die tegelijkertijd aansluit bij wat de omgeving echt nodig heeft? Elk interview kent drie delen: de fase van het afdalen (het linkerpootje van de ‘U’ dat van boven naar beneden gaat), de fase van het stilstaan (het horizontale deel van de ‘U’,) en de fase van het opbouwen (het rechterpootje van de ‘U’ dat weer opwaarts gaat). Leuk bedacht. Maar wat belangrijker is: het levert een prettige staalkaart op van levensverhalen, meningen en visies van de bestuurlijke bovenlaag van het mbo. We krijgen eerst een beeld van de geïnterviewde en de ervaringen die hem/haar in het leven hebben gevormd. Vervolgens lezen we hoe hij/zij het mbo anno nu ziet. Daarna werken we toe naar de apotheose: de persoonlijke toekomstvisie. Daarbij koos Pots 2027 als stip op de horizon. Dat is twee jaar bovenop ‘2025’, dat veelvuldig gebombardeerd wordt als het jaar waar we naar toe werken. We krijgen dus nog 24 maanden extra om de visies van de bestuurders in de praktijk van alledag te gieten. Een geruststelling.
Keizer voor één dag
‘Ik ben op zoek gegaan naar wie de leiders in het mbo zijn en waar ze voor staan, omdat zij sterk bepalen hoe er in het mbo voorgesorteerd wordt op de toekomst’, aldus Pots in het voorwoord. De interviews die hij optekende zijn ‘een kijk in de ziel, keizer voor één dag, maar ook vanuit realisme voor wat haalbaar is.’ Die insteek levert inderdaad mooie inkijkje op. Inge Vossenaar (directeur van het mbo bij OCW) vertelt bijvoorbeeld openhartig over haar opdracht om ‘een aantal werkelijkheden met elkaar te verbinden’ – een taak die haar werk in een politiek bestuurlijke wereld nu eenmaal met zich meebrengt. ‘Hierdoor moet ik soms compromissen sluiten die afbreuk doen aan mijn oorspronkelijke idee. Ik ben niet altijd bereid om compromissen tot in de finesses te sluiten, soms moet ik echt over een drempel heen stappen.’
Trombone en boerenschnitzel
Dergelijke uitspraken vertellen veel over de mens achter de bestuurder. Zo deelt Ab Groen (voorzitter van het tweehoofdige CvB van Helicon Opleidingen) mee dat hij ooit bij de harmonie heeft gespeeld. ‘Dat was een belangrijke periode voor mij’, zegt hij. ‘Laatst heb ik iemand gesproken over harmoniseren op ons vmbo in Den Bosch. Toen heb ik gezegd dat iedereen een eigen instrument heeft én zijn eigen rol. En dat er een zekere ordening in zit: de gezamenlijke partituur is opgesteld door de componist. […] De dirigent laat leiderschap op zijn best zien, wat naast de ordening bieden ook ruimte en vertrouwen geven betekent, zodat het geheel excelleert.’ De uitspraak zegt veel, zo niet alles over de wijze waarop Groen aan zijn school leiding geeft. Of wat dacht je van deze uitspraak van Ton Heerts, voorzitter van de MBO Raad: ‘Buitenshuis eet ik het liefst bij Van der Valk, en dan een boerenschnitzel’? Het tekent hoe de voormalige vakbondsman in het bestuurlijke leven staat.
Onderwijskundig leiderschap
Eigenlijk levert elk interview wel een verrassend inkijkje op, met name in het deel van het interview waarin ‘afgedaald’ wordt. Het is dan ook tevens voor niet-ingevoerden prettig bladermateriaal, dat aan het eind nog eens bondig samengevat wordt in de slotbeschouwing van Marc van der Meer (bijzonder hoogleraar onderwijsarbeidsmarkt). Hij pakt een aantal opvallende zaken bij elkaar en geeft zo een heldere analyse van het DNA van deze groep bestuurders. ‘Toen ik ter voorbereiding op deze tekst een stapeltje visiedocumenten van de BVE-Raad van ruim tien jaar geleden doorlas, bleken de thema’s van toen nagenoeg onveranderd: de doorgaande leerlijn in de beroepskolom, samenwerking met het bedrijfsleven, een leven lang leren, technologische innovatie en kennisontwikkeling’, schrijft Van der Meer. Hij bespeurt echter wel een verschil met het heden: hij vermoedt dat de ‘directe sturing via regelgeving en bedrijfsvoering vanuit de overheid sterk is toegenomen. Met DUO beschikt de overheid over een enorme gegevensbank, die de overheid graag actief benut.’ Ook de bestuurders kunnen deze data gebruiken, maar de ‘sterk door rendementsgegevens gedreven beleidsinsteek’ moet, aldus Van der Meer, ‘gecompenseerd worden door een versterking van het onderwijskundig leiderschap’.
Wie de vijftien interviews leest, mag gerust stellen dat het met dit onderwijskundig leiderschap wel goed zit. Hier wordt 15 keer genavigeerd met het hart, zonder het hoofd erbij te verliezen. Dat geeft vertrouwen voor de toekomst.
Navigeren met hart
Auteur: Coen Pots
ISBN: EAN 9789082760101
Te bestellen via www.coenpotsmanagement.nl