Het is de hoogste tijd dat leraren zelf de regie nemen over hun professionele ontwikkeling. Pas als leraren zich goed georganiseerd hebben, kan er nagedacht worden over iets als een lerarenregister.
Dat is de kern van het advies dat Alexander Rinnooy Kan aan minister Slob heeft uitgebracht. Rinnooy Kan was voor de zomer gevraagd om te onderzoeken op welke manier leraren zich zouden kunnen organiseren. Aanleiding was de teloorgang van de Onderwijscoöperatie, de organisatie die claimde ‘van, voor en door’ de docent te zijn. In werkelijkheid heeft de gewone leraar, zo analyseert Rinnooy Kan, zich nooit betrokken gevoeld bij de activiteiten van de Onderwijscoöperatie. De organisatie was niet echt van de leraren zelf. Er was gebrek aan draagvlak en eigenaarschap.
Frisse start
Om brede betrokkenheid van leraren te stimuleren, pleit Rinnooy Kan voor een frisse start. Van onderop zouden leraren zich moeten gaan organiseren. Dat moet in ieder geval gebeuren per sector (primair onderwijs, voortgezet onderwijs en mbo), maar misschien ook wel per deelgebied binnen de sectoren. Hij pleit ervoor om ‘gezaghebbende leraren’ als informateurs te vragen voorstellen te doen voor de inrichting van de professionele ontwikkeling. Het gezelschap ‘leraren van het jaar’ kan hierbij ook een rol spelen.
Lerarenregister
Rinnooy Kan doet ook enkele ferme uitspraken over het lerarenregister. Naar zijn idee is het een fout geweest van de Onderwijscoöperatie om zoveel nadruk te leggen op het lerarenregister. Een beroepsregister is niet het begin, maar het sluitstuk van professionalisering. Het is begrijpelijk dat leraren het register, bedoeld als ondersteuning, zijn gaan zien als bedreiging. Er moet volgens Rinnooy Kan pas weer nagedacht worden over een lerarenregister als duidelijk is hoe leraren hun professionele ontwikkeling willen vormgeven.
Scholingsbudget
In het rapport staat ook nog een concrete aanbeveling voor het mbo. Anders dan in andere sectoren is er in het mbo geen budget gereserveerd voor scholing (wel heeft iedere docent per jaar recht op 59 uur voor professionalisering, naast 107 uur voor teamscholing). Rinnooy Kan beveelt met kracht aan om in de cao voor het mbo een persoonlijk scholingsbudget op te nemen.
Lees het volledige advies Verkenning Leraren