Stagetekort: ‘Nederland kan veel van Duitsland leren’

Het Nederlandse beroepsonderwijs kan veel leren van landen als Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland. In deze landen investeren bedrijven veel meer in vakopleidingen en leidt de coronacrisis niet tot een tekort aan stageplekken. Dat zegt de Vlaamse onderwijsspecialist Dirk Van Damme, die meewerkte aan het nieuwste OESO-rapport ‘Education at a glance’.

Volgens Dirk Van Damme, onderzoeker bij de OESO, is de betrokkenheid van het Nederlandse bedrijfsleven veel minder groot dan die in Duitsland. Mede daardoor kampt Nederland in de huidige crisis veel meer dan onze oosterburen met een tekort aan stageplaatsen. Volgens Van Damme zijn bedrijven in Duitsland meer gericht op onderwijs: ‘Zij investeren in vakopleidingen, werkplek-leren en de samenwerking met scholen. In veel andere landen zien bedrijven dat als extra kosten en moeten ze eerst overtuigd worden. In Duitsland is dat de normaalste zaak van de wereld.’

Samenwerking

Hoewel de samenwerking tussen bedrijfsleven en onderwijs in Nederland – institutioneel vormgegeven in SBB – vaak geroemd wordt, is de medewerker aan de nieuwste editie van Education at a Glance opmerkelijk kritisch over juist dit onderwerp. In het Financieele Dagblad zegt Van Damme: ‘In Nederland klagen werkgevers heel snel over het beroepsonderwijs, maar het engagement van bedrijven en organisaties om te investeren in goede leerbanen en scholen is zeker niet op het niveau van Duitsland en Zwitserland.’ In de brief van minister Van Engelshoven over het OESO-rapport wordt overigens een heel andere opvatting verwoord: ‘De kracht van ons stelsel is de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt.’ 

Status

Van Damme constateert ook dat de mbo-opleiding in Nederland een veel lagere status heeft dan in Duitsland: ‘Iedereen vindt beroepsopleidingen belangrijk, maar niet voor zijn eigen kinderen. Het is toch een tweede keuze.’ Opvallend is volgens Van Damme verder het lage aantal techniekstudenten in Nederland. Dat in Nederland amper 18% van de mbo-studenten kiest voor een technische richting noemt Van Damme ‘belachelijk’. In Zwitserland en Duitsland zijn deze percentages ruim 30% en in Zweden zelfs bijna 45%.

Meesterschap

Volgens Van Damme is het belangrijk dat mbo-studenten in Nederland niet kunnen doorgroeien. In het Duitse onderwijssysteem kunnen mbo-studenten doorgroeien tot het ‘meesterschap’. Van Damme maakt zich daarnaast zorgen om de kloof tussen hoog- en laagopgeleiden in Nederland. ‘In bijna alle landen is een verschil tussen hoog- en laagopgeleiden, maar in Nederland is de kloof het grootst. Dat is belangrijk voor de politieke cohesie en speelt een rol in de discussie over het populisme dat in Nederland hoogtij viert.’

Lees hier het volledige rapport Education at a Glance 2020

Lees ook: OESO opnieuw positief over Nederlandse mbo