Nog maar zo’n tien procent van de cao’s bevat afspraken over stagevergoedingen. Dat moet volgens minister Dijkgraaf ‘echt anders’.
In veel cao’s ontbreken nog afspraken over stagevergoedingen. Dat blijkt uit onderzoek dat het ministerie van Sociale Zaken heeft laten uitvoeren. Volgens het onderzoek bevat slechts zo’n tien procent van alle cao’s een bepaling over stagevergoedingen. Opmerkelijk is dat het beeld bij de nieuwe cao’s wat positiever lijkt. Twintig procent van de principeakkoorden die in 2023 zijn afgesloten bevat bepalingen over stagevergoedingen. In vijftien akkoorden is opgenomen dat de stagevergoeding voor alle opleidingsniveaus gelijkgetrokken is. Vier akkoorden noemen expliciet het Stagepact mbo. Minister Dijkgraaf noemt dit ‘een voorzichtig positief signaal’.
Verschillen
Uit het SZW-onderzoek en aanvullend CBS-onderzoek blijkt dat er op dit moment nog aanzienlijke verschillen zijn tussen de diverse opleidingsniveaus. Gemiddeld ontvangen mbo-studenten een stagevergoeding van 230 euro per maand. In het hoger onderwijs (hbo en universiteit) ligt de gemiddelde vergoeding op zo’n 370 tot 400 euro per maand. Volgens het CBS ontvangt slechts 41 procent van de mbo-studenten een stagevergoeding. In het hoger onderwijs ligt dat percentage rond de zeventig procent. Bij deze cijfers is geen onderscheid gemaakt naar het leerjaar waarin de stage plaatsvindt.
Echt anders
Minister Dijkgraaf is niet tevreden over het beeld dat uit de onderzoeken blijkt. ‘Het ontbreken van een vergoeding of een cao-afspraak, de verschillen tussen studenten – dat moet echt anders.’ Voor hem is het essentieel dat studenten die een stage volgen een passende vergoeding ontvangen. Er zijn dan ook volgens de minister ‘nog flinke stappen’ te maken. Het Stagepact mbo heeft een looptijd tot 2027. De minister wil ‘met onverminderde energie’ doorgaan om de doelen uit het pact in 2027 te behalen.
Lees hier het onderzoek naar stagevergoeding in cao’s