Tevredenheid over pilots met praktijkverklaring

De mbo-praktijkverklaring heeft een duidelijke meerwaarde voor werknemers en bedrijven. Grotere bekendheid van deze mbo-verklaring kan het succes verder vergroten. Dat blijkt uit een evaluatie van de pilots praktijkleren.

Sinds 2018 hebben scholen geëxperimenteerd met het zogenaamde ‘praktijkleren met praktijkverklaring’. Het gaat hierbij om een laagdrempelige vorm van vakgerichte scholing. Deelnemers leren bij een leerbedrijf werkprocessen te beheersen en kunnen daarmee een praktijkverklaring verwerven. De doelgroep bestaat uit werknemers of werkzoekenden, voor wie het behalen van een mbo-diploma nog niet haalbaar is. Vaste onderdelen van het praktijkleren zijn begeleiding, een leerbaan en een vorm van inkomen. Voor de werkprocessen die de deelnemer heeft geleerd uitvoeren ontvangt hij of zij een praktijkverklaring. In deze verklaring geeft een praktijkopleider aan welke werkprocessen de student in het leerbedrijf heeft leren uitvoeren.

Onbekend

Op verzoek van het ministerie van Onderwijs en dat van Sociale Zaken heeft KBA Nijmegen onderzoek gedaan naar de pilots praktijkleren met praktijkverklaring. De meeste pilots zijn gestart met kleine aantallen deelnemers. Gemeenten en UWV hebben moeite voldoende kandidaten te vinden, omdat klantmanagers nog onvoldoende bekend zijn met de meerwaarde van de praktijkverklaring. Volgens het onderzoek is het vergroten van de aantallen aanmeldingen belangrijk voor het slagen van het praktijkleren.

Richtlijnen

Er zijn in de pilots ‘harde’ criteria toegepast voor de toelating tot praktijkleren met de praktijkverklaring, zoals de leeftijdsgrens van 18 jaar en het niet hebben van een startkwalificatie. Dit wordt soms als te beperkend ervaren. Andere criteria die in de pilots zijn gehanteerd, zoals schoolbaarheid, motivatie en geschiktheid, leiden tot verschillende interpretaties. Hoewel daardoor in de praktijk vooralsnog weinig problemen ontstaan, bemoeilijkt het wel de communicatie over praktijkleren met de praktijkverklaring. Het onderzoek pleit op dit punt voor landelijke richtlijnen.

Tevreden

Uit het onderzoek blijkt dat zowel deelnemers als bedrijven tevreden zijn over de praktijkverklaring. Deelnemers waarderen de begeleiding op de werkplek en zijn uitgesproken positief over de erkenning die zij met de praktijkverklaring krijgen. Bedrijven zien mogelijkheden om via de praktijkverklaring personeel op een laagdrempelige manier te scholen. De mbo-scholen spelen in de pilots een belangrijke rol. Tegelijkertijd blijkt de praktijkverklaring nog onvoldoende ingebed te zijn in het mbo: er blijkt vaak geen duidelijkheid over de rol die de school speelt in de begeleiding van deelnemers, in de bewaking van de kwaliteit van het leerproces en de beoordeling. Om de praktijkverklaring een stap verder te brengen, is daarom een betere landelijke inkadering nodig.

Lees hier het onderzoek naar de pilots met de praktijkverklaring

Lees ook:

Eerste praktijkverklaringen uitgereikt
Twente maakt werk van mbo-praktijkverklaring
Eerste praktijkverklaringen in regio Amsterdam