Een groot deel van de Tweede Kamer gaat niet akkoord met de afschaffing van de MBO Card, de CJP-kaart voor mbo-studenten. Dat bleek tijdens het debat over de Onderwijsbegroting.
Afgelopen zomer maakte minister Van Engelshoven bekend dat zij wil stoppen met de MBO Card. Deze CJP-kaart voor mbo-studenten bestaat sinds 2016. Uit een evaluatie blijkt dat de kortingskaart geen doorslaand succes is. Studenten gebruiken de kaart voornamelijk om er goedkoper mee naar de bioscoop te gaan. Het doel, mbo-studenten in aanraking brengen met hogere cultuur, wordt onvoldoende gehaald. Daarom wil Van Engelshoven stoppen met de kaart. Een deel van het budget kunnen scholen gebruiken om individuele afspraken te maken met culturele instellingen.
Genderrollen
Uit een schriftelijke behandeling van het voorstel bleek al dat een groot deel van de Tweede Kamer niet enthousiast is over het plan van de minister. Bij de behandeling van de Onderwijsbegroting dienden niet alleen oppositiepartij GroenLinks maar ook de coalitiepartijen CDA en VVD een amendement in om de cultuurkaart te behouden. Volgens CDA-woordvoerder Harry van der Molen wil de minister de MBO Card inruilen voor toneelstukken, bijvoorbeeld over genderrollen. ‘Leuk dat de minister geld wil steken in toneelstukken die zijzelf belangrijk vindt. Maar wat het CDA en de VVD betreft kan de mbo-student zelf prima kiezen waar men naartoe wil gaan.’
Mooi instrument
Ook de SP sloot zich bij de kritiek op de minister aan. Woordvoerder Peter Kwint: ‘Eerlijk gezegd denk ik dat de gemiddelde bezoeker bij nogal wat culturele instellingen geen mbo’er is. Juist daarom is die mbo-kaart zo’n mooi instrument en juist daarom zou ik willen zeggen: ondersteun de ingediende amendementen van mijn collega’s. Volgens mij maken we het dan voor de kunsten en cultuur en voor de mbo’er een stukje mooier.’
Minister Van Engelshoven deed geen moeite de Kamer te overtuigen van haar oorspronkelijke voorstel de MBO Card af te schaffen. Op 27 oktober stemde de Tweede Kamer dan ook met een zeer ruime meerderheid voor het behoud van de cultuurkaart. Niet helemaal duidelijk is hoeveel budget er voor de kaart overblijft. Oorspronkelijk was een bedrag van 1 miljoen euro beschikbaar, in de brief aan de Tweede Kamer is sprake van 500.000 euro.