Het overleg over een nieuwe cao voor het mbo is voorlopig stopgezet. De vakbonden zijn niet tevreden over het loonbod van de werkgevers.
‘We kunnen geen geloofwaardige loonsverhoging afspreken’, aldus Henrik de Moel van de Algemene Onderwijsbond. De AOb heeft een forse looneis: de vakbond wil koopkrachtbehoud voor de werknemers. Met de huidige inflatie gaat het dan om een looneis van minimaal tien procent. Volgens de werkgevers in het mbo, vertegenwoordigd door de MBO Raad, hebben de scholen op dit moment niet de ruimte om aan zo’n stevige looneis te voldoen. De MBO Raad neemt daarbij de stelling in dat deze ruimte door een externe partij, het kabinet, wordt bepaald. ‘De loonruimte die het kabinet biedt, is tegelijk de ruimte die werkgevers hebben, niet meer en niet minder’, aldus de MBO Raad. Naar verluidt bieden de werkgevers op dit moment een loonsverhoging van 5,7 procent.
Minimaal
De werkgevers hebben begrip voor de looneis van de vakbonden. Daarom heeft de MBO Raad al eerder, samen met de werkgeversorganisaties in het funderend onderwijs, het hoger beroepsonderwijs en het wetenschappelijk onderwijs, het kabinet gevraagd om meer loonruimte. Het kabinet heeft deze ruimte echter nog niet geboden. Henrik de Moel hoopt dat er komende vrijdag meer duidelijk wordt over de loonruimte in de publieke sector. Het wachten is op de zogenaamde ‘ruimtebrief’, waarin staat hoeveel loonsverhoging beschikbaar is. Deze ruimtebrief is niet openbaar.
Huidige cao
Het stopzetten van de onderhandelingen over de nieuwe cao heeft geen consequenties voor de huidige en nieuwe werknemers in het mbo. De huidige cao, die formeel afliep op 1 juni, blijft gewoon van kracht tot er nieuwe afspraken zijn gemaakt.
Lees hier de reactie van de MBO Raad