Wantrouwen

COLUMN | ‘Meneer, wat hebt u eigenlijk gestemd?’ Al jaren krijg ik die vraag. Dat we stemgeheim hebben, betekent natuurlijk niet dat je elkaar niet mag vragen wat je stemt. Studenten, van wie velen bij ons op school de stemgerechtigde leeftijd hebben of bereiken, zijn ook oprecht nieuwsgierig en kennen hierin ook niet zoveel scrupules. Niets mis mee met de vráág, dus. Maar voor het eerst bespeur ik iets bij mezelf waarvan ik nooit had gedacht dat mee te maken in ons land: angst.

Ik durf niet te zeggen waarop ik heb gestemd.

Nooit, nooit heb ik moeite gehad om te zeggen op welke partij ik stem, en waarom. Het leverde altijd waardevolle gesprekken op, omdat mijn partijkeuze vaak linea recta tegen die van studenten in gaat. Dat is ook helemaal niet erg: in dit land zijn wij vrij in onze keuzes en politieke voorkeur. Nooit heb ik mijn studenten verteld waar ze op móeten stemmen, toen ik nog Burgerschap gaf duidde ik netjes alle politieke partijen en viel ik niemand lastig met mijn voorkeuren. De goede verstaander wist best wel in welke ‘hoek’ ik zat, sommigen vonden het een leuk raadspelletje waarbij het er altijd mee eindigde dat ik vertelde waar ik op heb gestemd, en waarom. Geen moeite mee, hoewel ik mijn studenten nooit vraag waar zij op stemmen. Zijn mijn zaken niet.

Maar anno 2023 durf ik dus niet meer te vertellen waar ik op stem. Sommige politici zullen nu staan te juichen. Nou vooruit, gefeliciteerd jongens en meiden. Want het komt wel door die ellendige verdachtmakingen die er jarenlang in de richting van het onderwijs worden geuit. Ik kan wel zeggen dat het ‘the usual suspects’ zijn – over het algemeen aartsconservatieve politici die schijnen te denken dat het onderwijs een links Sodom en Gomorra is waar we elke dag de Sustainable Development Goals erin rammen – maar het is wel in mijn lijf gaan zitten, moet ik eerlijk bekennen. Wat als er een student tussen zit die door een partij is ingefluisterd om vooral leraren erin te luizen die hun politieke voorkeur te duidelijk laten blijken? Wat als er stiekem een cameraatje meedraait, waardoor ik ineens bij een twitterpoliticus op de timeline terechtkom? Wat als er uiteindelijk tóch een meldpunt voor linkse of rechtse leraren komt, waar een pesterige student mij aanmeldt?

‘Heel goed’, zullen sommigen nu zeggen. ‘Goed dat je erover nadenkt wat je wel en niet zegt, laat het onderwijs neutraal blijven.’ Tegen hen zou ik willen zeggen: weet je nou echt zo weinig over het onderwijs dat je niet weet dat neutraal en waardenvrij onderwijs niet bestaat? Wellicht gaan we dat meemaken als ChatGPT het voor de klas overneemt, maar dan moet het lerarentekort nog iets meer toenemen denk ik. Onderwijs wordt gegeven door mensen, professionals die zodanig opgeleid zijn of worden dat ze heus wel het verschil weten tussen opleiding en indoctrinatie. Maar eh, wel door mensen, dus.

Maar ja, we leven momenteel dus ook in een land waar onze collega’s in het basisonderwijs bijkans als perverselingen en pedofielen worden neergezet omdat hun school meedoet met het lesprogramma ‘Lentekriebels’. Niet zozeer door de ouders, maar door losgeslagen politici en zelfbenoemde opiniemakers. Ik heb nog nooit zoveel wantrouwen tegen het onderwijs gevoeld als nu.

Tegelijkertijd baal ik ontzettend van mezelf. Ik zou hier strijdbaar van moeten worden, ik zou me met hand en tand op alle forums die ik maar kan bedenken tegen alle verdachtmakingen moeten verzetten, ik zou mijn collega’s, ontslagen vanwege wat ongelukkige tweets in het verleden vóór hun lerarenbestaan, veel explicieter moeten verdedigen… De waarheid is dat ik het gewoon beu ben, en geen energie meer heb om mij tegen die idiotie te verzetten. Lethargie? Cynisme? Opgebrand? Geef het maar een naam.

Intussen heeft die student wel recht op antwoord, natuurlijk. Ik denk even na en zeg: ‘Ehhh… ik stem eigenlijk altijd op een partij die mij het meeste geld kost.’ De student denkt even na en zegt dan: ‘oh, dan weet ik het al, denk ik.’ Nou vooruit. Voorlopig opgelost.

Conrad Berghoef