Regeling praktijkleren blijft in ieder geval tot 2023

De Tweede Kamer wil de garantie dat de subsidieregeling praktijkleren de komende jaren blijft bestaan. Een unanieme Kamer roept de regering op in ieder geval tot 2023 de regeling in stand te houden.

De subsidieregeling praktijkleren heeft de warme steun van de voltallige Tweede Kamer. Op het ministerie circuleren de laatste tijd plannen om het mes te zetten in de regeling of om deze zelfs volledig af te schaffen. De lobby van werkgevers en mbo-scholen om dit plan te dwarsbomen is succesvol. Bij de Algemene Beschouwingen wist Lodewijk Asscher al unanieme steun te krijgen voor het verhogen van het budget voor de regeling in 2019. Daarbovenop kwam het VVD-Kamerlid Judith Tielen bij de behandeling van de Onderwijsbegroting met een motie om de regeling ook na 2019 in stand te houden. Minister Van Engelshoven ontraadde deze motie, omdat zij pas volgend jaar keuzes wil maken over de meerjarige begroting.

Unanieme steun
Bij de stemming bleek echtere een unanieme Tweede Kamer voorstander te zijn van blijvende voortzetting van de subsidieregeling, ook na 2019. In een motie van Judith Tielen (VVD) werd de regering verzocht om de regeling tot 2023 vast te leggen. Hoewel minister Van Engelshoven de motie met kracht ontraden had, kreeg het voorstel de volle steun van de Tweede Kamer. Als de minister al van plan was om de regeling voor praktijkleren te wijzigen, is dit nu bijna niet meer mogelijk.

Steun
Volgens Ton Heerts van de MBO Raad is de regeling belangrijk om het aantal bbl-plekken te verhogen: ‘Juist leerwerkbanen leveren een belangrijke bijdrage aan het snel kunnen inspelen op arbeidsmarkttekorten. We zien ook dat het aantal studenten dat daarvoor kiest, toeneemt. Dan is het van groot belang dat onderwijs en bedrijfsleven om leerwerkbanen mogelijk te maken door de overheid gesteund worden.’

Lees ook: Breed verzet tegen bezuiniging op praktijkleren in 2019