‘Met het rekenbeleid, of liever, het ontbreken daarvan, of nog liever, wánbeleid, heeft de politiek mijn Drentse klompen definitief gebroken.’ Aldus rekendocent en oud-leraar van het Jaar Diederick de Vries. In deze speciaal voor MBO-today geschreven column doet hij zijn onvrede uit de doeken.
Door: Diederick de Vries
Met politiek heb ik weinig. Uiteraard onderken ik het belang ervan, maar stemmen leidt altijd tot frustraties. Na lang onderzoek vind je een partij met een programma waar je je enigszins in kunt vinden. Bij de kabinetsformatie blijkt dan dat jouw partij water bij de wijn heeft gedaan en de punten waarvoor jij gekozen hebt heeft laten vallen om maar mee te kunnen doen. ‘Schijndemocratie!’ zou een collega van mij het noemen.
Met het rekenbeleid, of liever, het ontbreken daarvan, of nog liever, wánbeleid, heeft de politiek mijn Drentse klompen definitief gebroken. ‘Harde kritiek Leraar van het Jaar op rekenbesluit’ kopte MBO-today al meteen na mijn benoeming in oktober 2015. Destijds was dat nog even schrikken om zo mijn jaar te starten, maar mijn kritiek is alleen maar toegenomen. Ik wil hier eigenlijk geen namen noemen, maar Jet Bussemaker adviseerde ik om door te zetten: laat het rekenexamen maar meetellen, dan komen de resultaten wel. Die wáren er al. Sinds de invoering na de adviezen van de commissie-Meijerink werden de instromende mbo-studenten ieder jaar al rekenvaardiger.
Ellenlang politiek kontgedraai en uitstel werd het. Onzekerheid door verlammend beleid gevoed door angst. Niet elke school had het voor elkaar. Maar je kunt ook niet van een mbo’er verwachten dat die leert rekenen met één ‘vrij in te vullen’ zelfstudie uur per week en een DOLA ergens op de gang. Regel vaste uren en een dito rekendocent en niveau 3F is haalbaar.
Inmiddels werd er na een recordlange kabinetsformatie een nieuwe minister aangesteld. Zou die er een klap op geven? Ik wil hier verder geen namen noemen, maar toegegeven: Arie Slob wilde wel. Hij zei tijdens de NOT eind januari echter al tegen mij dat het moeilijk zou worden. De dinsdag daarop werden de moties ingediend. Een vertoning op zich. Een week later werd alles door een Kamermeerderheid afgeschoten.
Zo weet Lisa Westerveld – ik zal verder geen namen noemen – van GroenLinks met een serieuze blik te melden dat jongeren niet zo goed kunnen rekenen, maar dat een toets geen oplossing is. Peter Kwint (oké, de laatste naam hier) van de SP maakt bij de NOS nog wel de zinnige opmerking dat een goede rekendocent belangrijk is. Vervolgens doet hij dit volkómen teniet door te zeggen dat diezelfde goede rekendocent dat rekenen dan integreert in wiskunde. Dáár zit de grote onnozele onwetendheid in dit gigantische politieke debacle: rekenen = géén wiskunde, evenals wiskunde géén rekenen is!
Tot slot is er nog, al wil ik hier verder echt geen namen noemen, nog één afgedwaalde politieke dwaas die zijn smalende zegje wel even over deze kwestie wilde doen: Paul van Meenen van D66. Hij noemde het áfschieten van een jarenlang, peperdure, door kenners uitgedokterde operatie om het rekenniveau van scholieren te verbeteren, een ‘feestdag’. Niet gehinderd door énige kennis van zaken laat ook hij het rekenonderwijs graag bij wiskunde.
Ik voorspel dat er over een jaar of 10 weer een internationaal onderzoek uitwijst dat het rekenniveau van de Nederlandse jeugd erbarmelijk slecht is ten opzichte van andere Europese landen. Er zal dan wel wéér een commissie komen om dat uit te zoeken en op te lossen met aanbevelingen. Wat de politiek daar dan mee gaat doen interesseert mij niet. Tegen die tijd is deze rekendocent met pensioen. Reken daar maar op!