Gaat een nieuwe campagne het hardnekkige probleem van stagediscriminatie oplossen? Minister Van Engelshoven is hoopvol: ‘We gaan er nu echt samen voor staan, dat is nog niet eerder gebeurd. We moeten hier zo snel mogelijk een eind aan maken.’
Met de campagne #KIESMIJ wil minister Van Engelshoven het hardnekkige probleem van stagediscriminatie rigoureus aanpakken. In het Radio 1 Journaal zegt zij stagediscriminatie onacceptabel te vinden: ‘Je hebt je stinkende best gedaan op school, je wil een mooi vak uitoefenen en die droom wordt geknakt, omdat men jouw achternaam niet wil. Dus we moeten hier zo snel mogelijk een eind aan maken.’
Niets doen geen optie
De campagne richt zich op alle spelers die met discriminatie te maken hebben: studenten, scholen en leerbedrijven. De campagne wil vooral het onderwerp bespreekbaar maken. Als een student een vermoeden van discriminatie heeft, moet het vanzelfsprekend zijn dit te melden. Adnan Tekin, voorzitter van de MBO Raad: ‘Als een student denkt dat hij of zij door een leerbedrijf wordt afgewezen om de verkeerde redenen, dan zijn het juist de school en het leerbedrijf waar dat besproken moet worden. En als er inderdaad sprake is van discriminatie, bewust of onbewust, móet er actie wordt ondernomen. Niets doen is geen optie.’
Tools
De campagnewebsite biedt tal van praktische tools voor docenten en bedrijven om aan de slag te gaan met stagediscriminatie. Bijvoorbeeld een stappenplan om discriminatie met een student of een bedrijf te bespreken. Veel van deze tools bestaan al langer. Op de website kiesmij.nl worden al deze instrumenten samengebracht.
Hoopvol
Bij de ontwikkeling van de campagne zijn ook de werkgeversorganisaties betrokken. Belangrijk, volgens Adnan Tekin, voorzitter van de MBO Raad: ‘Ik ben zeer blij met de steun van het bedrijfsleven voor deze campagne. Heel belangrijk, want zonder het bedrijfsleven kunnen we dit probleem niet aanpakken.’ Tekin is hoopvol over het effect van de campagne: ‘Ik hoop echt dat #KIESMIJ gaat bijdragen aan gelijke kansen op een stageplek voor iedereen. Ik doe dan ook een beroep op studenten, scholen en bedrijfsleven om te helpen een einde te maken aan alle vormen van stagediscriminatie.’
Vrijblijvend
Een kritische noot komt van Noah Hajji, voorzitter van de Jongerenorganisatie Beroepsonderwijs (JOB). Hajji, die zelf als zoon van een Marokkaanse vader en Nederlandse moeder stagediscriminatie aan den lijve ondervond, betwijfelt of de nieuwe campagne het verschil gaat maken. In dagblad Trouw zegt hij: ‘Het idee is wel erg vrijblijvend en voornamelijk op studenten gericht, wat zij kunnen doen. Zo blijf je afhankelijk van de goede wil van bedrijven.’ Het zou volgens Hajji beter zijn om stagediscriminatie bij de bedrijven aan te pakken: ‘Geef bedrijven die hun diversiteitbeleid op orde hebben een financiële beloning. Dat heeft denk ik meer effect.’
Lees ook: Stagediscriminatie lastig aan te pakken