De afspraken over een betere salarismix in het mbo zijn deels nagekomen. De laatste jaren is de aandacht voor het onderwerp echter sterk verslapt. Het is daarom tijd voor actualisatie van de afspraken. Dat blijkt uit een extern onderzoek naar de salarismix.
In 2008 ondertekenden de sociale partners in het mbo (vakbonden en scholen) en het ministerie van Onderwijs het convenant ‘Leerkracht van Nederland’. Daarbij werden ook specifiek voor de Randstad afspraken gemaakt over een versterking van de salarismix in het mbo. Het belangrijkste doel van deze afspraak was om meer mbo-docenten in de hogere salarisschalen te krijgen. Het aantal docenten met een LB-schaal zou moeten verminderen, het aantal docenten in de schalen LC en hoger zou moeten toenemen.
Randstad
Sinds 2008 krijgen de mbo-scholen in de Randstad – een gebied dat grofweg overeenkomt met de provincies Noord- en Zuid-Holland en Utrecht – jaarlijks een bedrag van ongeveer 50 miljoen euro om deze betere salarismix te realiseren. Grote scholen in Amsterdam en Rotterdam krijgen hier zo’n 5 miljoen euro per jaar voor.
Onrust
Eerder dit jaar ontstond er onrust over de regeling. Het Platform Medezeggenschap mbo betoogde dat de afspraken over de salarismix structureel niet werden gerealiseerd. Het aandeel docenten in een hogere loonschaal zou juist afnemen. Vanuit de MBO Raad werd fel gereageerd op deze beweringen. Volgens toenmalig MBO Raad-voorzitter Ton Heerts waren de conclusies van het platform onjuist en zeer schadelijk. Vanwege de onrust heeft minister Van Engelshoven de regeling rond de salarismix extern laten evalueren. Uit de evaluatie ‘Een gemengd succes’ blijkt dat het aantal LC-docenten bij de scholen in de Randstad wel degelijk is toegenomen. In de periode 2008-2018 is het aandeel LC-docenten toegenomen van 37 naar 47%. Met name in de jaren 2010-2011 is het aandeel LB-docenten sterk afgenomen. Ongeveer de helft van de mbo-scholen hebben de expliciete doelstelling in hun formatieplan om de nagestreefde functiemix te realiseren.
Gemengd
Bij niet alle scholen is na te gaan of de beschikbare middelen daadwerkelijk voor de beoogde doelen zijn ingezet. Bij de scholen waar dit is na te gaan (dat zijn er 19 van de 26) hadden in 2014 15 scholen de doelen grotendeels gehaald (voor minimaal 90%). Na 2014 is echter bij 11 van de 26 scholen het aandeel LC-docenten weer gedaald. Al met al spreekt het onderzoek van een ‘gemengd succes’. Sommige scholen laten zien dat het goed mogelijk is de oorspronkelijk geformuleerde doelen te realiseren. Een consistent strategisch personeelsbeleid is daarvoor nodig. Dat consistente beleid ontbreekt bij sommige scholen. Die scholen hebben weinig aandacht meer voor de salarismix, terwijl de aanvullende bekostiging voor Randstad-scholen wel doorloopt.
Actualisatie
Het onderzoek adviseert de minister de afspraken over de salarismix te actualiseren. De laatste jaren is de aandacht voor de doelen bij ministerie en scholen afgenomen. Daarbij moet de vraag gesteld worden of het nog steeds nodig is de Randstad-scholen een uitzonderingspositie te geven. Verder is het van groot belang dat de cijfers over de besteding van de middelen voor iedereen beschikbaar zijn. Alleen dan kan de Ondernemingsraad op juiste wijze oordelen over de besteding van de middelen en het nakomen van afspraken.
Lees hier de evaluatie van onderzoeksbureau Oberon ‘Een gemengd succes’