Zestien mbo-scholen zijn op 1 september gestart met een experiment met het Referentiewaardenmodel. Dit model helpt scholen de kwaliteit van het onderwijs door te ontwikkelen. Als het model werkt, kan het toezicht van de Onderwijsinspectie minder intensief worden.
De proeftuinen luiden een nieuwe fase in van een ontwikkelproces dat startte kort nadat de toenmalige minister van OCW, Ingrid van Engelshoven, eind 2020 het mbo meer ruimte gaf om kwaliteitszorg- en borging van het onderwijs naar eigen inzicht in te richten. Naarmate een school zelf de kwaliteitszorg beter op orde heeft, is het toezicht van de Inspectie lichter, zo is de gedachte. Het is een stap die het gegroeide vertrouwen in de sector onderstreept en ook past in een bredere beweging waarin het mbo – als in een ecosysteem – samen met het regionale werkveld en de omgeving zorgt voor innovatief en actueel beroepsonderwijs van hoogwaardige kwaliteit. De sector reageerde dan ook enthousiast en ging direct aan de slag.
Model
In opdracht van de MBO Raad verkende het Kwaliteitsnetwerk mbo uitgebreid welke kwaliteitseisen passen bij een toekomstbestendig mbo. Dit gebeurde in samenspraak met stakeholders als het ministerie van Onderwijs, de MBO Raad, de Inspectie, bestuurders, docenten en studenten. De verkenning leidde tot het zogeheten ‘Referentiewaardenmodel’. Referentiewaarden zijn door de sector opgestelde gemeenschappelijke standaarden voor de kwaliteit van de toekomst. Een school kan aan zichzelf, maar ook aan anderen, aantonen dat de onderwijskwaliteit voldoet aan deze standaarden. Ook hebben de instelling en de teams concrete handvatten om de kwaliteit verder te versterken. Hiervoor gaat de instelling met studenten, het regionale werkveld en andere stakeholders de dialoog over de kwaliteit van het onderwijs aan.
Dialoog
Het Referentiewaardenmodel bevat dan ook elementen van de instellingsdialoog, een auditvorm die volgens een recent NRO-onderzoek een positief effect heeft op de kwaliteitscultuur, een van de belangrijkste ‘voorspellers’ van goede onderwijskwaliteit. Hierbij wordt de dialoog gezien als een collectief leerproces, waarbij het gaat om reflectie en verdieping van ervaringen, van verhalen die de huidige organisatiepraktijken ter discussie durven stellen, die deze bevragen op inhoud en betekenis en waarbij betrokkenen op zoek gaan naar hoe ze een gezamenlijke nieuwe professionele kwaliteit kunnen duiden, ontwikkelen en stimuleren.
Vinken
Goede gesprekken over kwaliteit zijn de grote troef van het beoogde model, beseft ook Mare Riemersma-Diephuis, bestuurslid van het Drenthe College en bij het Kwaliteitsnetwerk. ‘Wat ik het manco van de huidige systematiek vind, is dat die te zeer op het “vinken” is gericht. Het gaat heel erg over cijfers, percentages en rendementen. Is een percentage behaald? Dan kan daar een vinkje achter. Maar we willen juist, vanuit intrinsieke motivatie, continu werken aan kwaliteitsverbetering. Vonken dus. Die cijfers zijn slechts hulpmiddelen om in je team tot het goede gesprek te komen over kwaliteit. En het Referentiewaardenmodel helpt dan weer om tot die goede gesprekken te komen.’
Het model helpt dus de dialoog te voeren met en rekenschap te geven aan de omgeving en stakeholders over de realisatie van de kwaliteit. Dankzij de gesprekken geeft het model inzicht in het vraagstuk of een instelling nou echt tevreden kan zijn over de kwaliteit van het onderwijs. Dit helpt de instelling en de teams daarbinnen bij het hoogwaardig krijgen én houden van de kwaliteit van de opleidingen. En dat biedt de Inspectie de ruimte om een grote mate van proportionaliteit toe te passen.
Proeftuinen
Tot zover de werking van het model in theorie. Maar the proof of the pudding is in the eating. Na twee jaar verkennen, ontwerpen en doorontwikkelen is het nu zaak om het geheel uit te proberen in de praktijk. Dat gebeurt in een reeks proeftuinen. De eerste zestien proeftuinen zijn officieel gestart op 1 september 2022. Elke proeftuin beslaat gemiddeld een half jaar. In de proeftuinen oefenen de instellingen, bijgestaan door diverse experts, onder meer met kwaliteitstafels, zelfevaluatie, peer-reviews en panel reviews. Teams en instellingen maken tijdens de intake keuzen voor de invulling van hun proeftuinen. Daarbij wordt aangesloten op instrumenten en werkwijzen die de instelling of het team zelf al hanteert. In alle gesprekken die er tijdens de proeftuinen worden gevoerd is ‘de dialoog’ onderliggend. Het gaat dan vooral om gesprekken met studenten, collega’s, managers, bestuurders en leerbedrijven. Tijdens de intake zal ook de vraag hoever een instelling of team is met het voeren van een productieve dialoog aan de orde komen.
Kwaliteit
De proefperiode is bedoeld om het model werkbaar en werkzaam te maken, waarmee de sector vanaf schooljaar 2025/2026 aan de slag kan. Dat moment zal Mare Riemersma-Diephuis groots vieren. ‘Hier zit ik, en velen anderen, op te wachten. Veel mbo-instellingen zijn echt intrinsiek gemotiveerd om de kwaliteitsborging van het onderwijs goed te regelen. Het is niet meer zo dat dit gebeurt “omdat het van de Inspectie moet”. Het zijn de bestuurders, maar ook de teams die zélf willen dat de boel op orde is. Zij willen ook naar buiten toe kwaliteit uitstralen. Dat past bij het imago dat het mbo tegenwoordig heeft. Het mbo wordt in groeiende mate gezien als een essentiële sector. We hebben vele goedgeschoolde mbo’ers nodig om de energietransitie, de zorgtransitie en andere uitdagingen van deze tijd in goede banen te leiden. We hebben dus een unieke positie. Hoe meer we dat uitstralen, hoe meer vertrouwen we krijgen vanuit de Inspectie. En dat kan leiden tot proportioneel toezicht, waarbij de Inspectie met jouw instelling in gesprek gaat, kan zien wat er zoal in jouw school gebeurt en op basis daarvan het vertrouwen uitspreekt dat je de goede dingen goed doet en dat kan blijven doen. Maar zover is het nog niet. Wij als sector zijn aan zet. Want dat vertrouwen moeten we eerst verdienen.’
Meer informatie over het Referentiewaardenmodel en de proeftuinen? Check dan de publicaties ‘Van ijken naar verrijken – Een eigen kijk op onderwijskwaliteit in 2025’, ‘Referentiewaarden: fundament voor toekomstgerichte kwaliteit’ en ‘Aan de slag in proeftuinen – Van ijken naar verrijken in de praktijk’, te vinden op de website van het Kwaliteitsnetwerk.