De vrije studiekeuze voor mbo-studenten mag niet ter discussie staan, zegt Adnan Tekin van de MBO Raad. ‘Te veel sturing vanuit de overheid levert alleen verliezers op.’
Nu de krapte op de arbeidsmarkt zich in steeds meer sectoren voordoet, gaan er regelmatig stemmen op voor meer sturing bij de opleidingskeuze van mbo-studenten. Zo zou er een rem moeten komen op creatieve en administratieve opleidingen. Ook zouden meer jongeren moeten kiezen voor technische opleidingen. Doekle Terpstra van Techniek Nederland wil bijvoorbeeld een ‘rem op kansloze opleidingen’. Jongeren die een techniekopleiding volgen zouden wat hem betreft een bonus moeten krijgen.
Rem
Adnan Tekin, voorzitter van de MBO Raad, trapt echter op de rem. Op de website van de MBO Raad stelt hij dat jongeren de kans moeten hebben de opleiding van hun voorkeur te kiezen: ‘Elk talent moet kansen kunnen benutten. Te veel sturen vanuit de overheid levert alleen verliezers op. De arbeidsmarkt krijgt niet de vakmensen die het verdient, jongeren kunnen niet worden wat ze worden willen.’
Springplank
Volgens Tekin kan van mbo-scholen niet verwacht worden dat zij op afroep de tekorten op de arbeidsmarkt oplossen. Tekin: ‘Het is een utopie te denken dat jongeren voor bepaalde sectoren kiezen als je de keuze beperkt. Een beroepsopleiding is de basis, een springplank naar de arbeidsmarkt: jongeren kiezen nu voor het één en doen over tien jaar wellicht iets anders. Zo bewegen ze mee op een snel veranderende arbeidsmarkt.’
Burgerschap
Tekin benadrukt dat de opdracht van het mbo verder gaat dan alleen opleiden voor de arbeidsmarkt. Het mbo bereidt jongeren ook voor op het functioneren als burger in de samenleving. Daarnaast kunnen de mbo-scholen ook een grote rol spelen bij omscholing van volwassenen. Wat Tekin betreft ontwikkelen de mbo-scholen zich tot de eerste keuze voor werkenden en werkzoekenden die nieuwe vaardigheden willen leren: ‘De huidige arbeidsmarkt dwingt tot regelmatig switchen, niet alleen van baan maar ook van sector. Het mbo leidt mensen op die een brede basis hebben en juist flexibel zijn in hun vaardigheden en competenties.’