Minister Robbert Dijkgraaf heeft een missie: het mbo moet een positie krijgen die gelijkwaardig is aan die van het hoger onderwijs. ‘We moeten af van het hoger-lager denken’.
In een lange brief aan de Tweede Kamer zet Dijkgraaf zijn ambities voor het mbo uiteen. De brief, met als titel ‘Inzet Werkagenda mbo’, is een vervolg op de brief van afgelopen juli over de ‘kaders’ voor deze Werkagenda. De beleidsvoornemens die Dijkgraaf voor de zomer formuleerde zijn nu nog wat verder uitgewerkt. Wat Dijkgraaf betreft moeten we af van het model, waarin de ene opleiding hoger is dan de andere. Hij spreekt liever over een ‘waaier’ van opleidingen. De ene opleiding legt meer nadruk op theorie, de andere op praktijk. De opleidingen verschillen van elkaar, maar zijn gelijkwaardig. ‘We nemen afstand van het hoger-lager denken’, aldus de minister.
Genieten
Dijkgraaf vindt het van groot belang dat in de hele samenleving het onderscheid tussen studenten van de verschillende soorten opleidingen verdwijnt. Een introductieweek zou niet alleen voor het hoger onderwijs moeten zijn, maar ook voor het mbo. Sportfaciliteiten en studentenverenigingen zijn voor alle studenten toegankelijk. De minister ziet graag dat alle studenten gegund wordt ‘volwaardig te genieten van alle aspecten van het studentenleven’. Ook de overheid zelf kan hier nog stappen zetten. Zo kondigde minister Dijkgraaf eerder deze week aan dat er één rekensystematiek komt voor het vaststellen van het rentepercentage bij studieleningen. Op dit moment is de systematiek bij het mbo anders dan bij het hoger onderwijs, waardoor – toevalligerwijs – mbo-studenten met een hoger rentepercentage te maken hebben.
Herwaardering
In de brief kondigt Dijkgraaf ook nog een bredere visie aan op de herpositionering van het praktijk- en beroepsgericht onderwijs. Het beroepsonderwijs moet wat hem betreft stevig gepositioneerd worden als positieve keuze, voor jongeren en hun ouders. Deze brief, die Dijkgraaf samen met zijn collega Wiersma opstelt, was eerder aangekondigd voor dit jaar, maar zal pas volgend jaar verschijnen.
Niveau 5
Een belangrijk uitgangspunt in de agenda is de persoonlijke groei van de mbo-student. Om te kunnen groeien, heeft iedere student rust en ruimte nodig. Ook binnen het mbo moeten studenten de ruimte krijgen een excellent niveau te behalen. Scholen krijgen dan ook de middelen om excellentieprogramma’s aan te bieden. Wat Dijkgraaf betreft zouden mbo-scholen misschien ook de ruimte moeten krijgen om opleidingen op niveau 5 aan te bieden. In het huidige, hiërarchische model is de niveau 5-opleiding nog voorbehouden aan het hbo. ‘Als je eerlijk in de waaier gelooft, zouden studenten binnen het mbo het pad verder moeten kunnen aflopen, richting niveau 5’, aldus Dijkgraaf. Hij noemt dit een interessante optie, die hij verder wil verkennen.
Lees hier de Kamerbrief ‘Inzet Werkagenda mbo’. Op 9 november bespreekt de Tweede Kamer de plannen. Daarna wil de minister met partners als de MBO Raad de Werkagenda vaststellen.
Lees ook: Dijkgraaf wil mbo-opleidingen verder flexibiliseren
Foto: Claudia Otten