Hef het mbo op. En het hbo ook. Rob Neutelings, bestuursvoorzitter van onderwijsinstelling Curio, pleit voor een ander onderwijssysteem waarin lager en hoger niet meer bestaat. Hij schreef hier eerder een column over en in dit interview diept hij zijn idee verder uit.
‘We hebben twee onderwijsministers die voortdurend zeggen dat we de woorden hoger en lager niet meer moeten gebruiken in het onderwijs, omdat het stigmatiseert’, zegt Neutelings. ‘Maar dan vraag ik de ministers ook om de daad bij het woord te voegen. Haal die schotten echt weg en schaf het mbo en het hbo af.’
Segregatie
‘Op de basisschool houden we de leerlingen zoveel mogelijk bij elkaar, maar vanaf 12 jaar gaan we ineens streng segregeren. Dan komen ze op vmbo, havo of vwo. En dat gaat door in het beroepsonderwijs: mbo, hbo, universiteit. Ze treffen elkaar al die jaren niet meer. Tot ze aan het werk gaan. Dan komen ze elkaar weer tegen en moeten ze samenwerken.’
Onlogisch en onwenselijk, vindt de bestuursvoorzitter van de beroepsopleider van West-Brabant. ‘Als je mensen vraagt wie er in het ziekenhuis belangrijker is, de chirurg of de schoonmaker, dan zeggen de meesten: de chirurg. Maar als de schoonmaker er niet is om de operatiekamer schoon te maken, kan de chirurg niets doen. Sterker: als die in een OK gaat opereren die niet schoon is, is de kans groot de dat patiënt een infectie oploopt en er slechter vanaf komt. Dus nogmaals de vraag: wie is er belangrijker?’
Voeg mbo en hbo samen
Neutelings wil maar zeggen: je hebt iedereen nodig. Haal er één schakel tussenuit en de boel loopt in het honderd. Maar in het Nederlandse onderwijssysteem leiden we de schakels apart op, in de hoop dat ze in de praktijk een stevige ketting vormen. En dus pleit Neutelings ervoor om de schakels in de beroepsopleiding al bij elkaar te brengen: voeg het mbo en het hbo samen.
Grofweg zouden er bij een samenvoeging vier clusters ontstaan: zorg, techniek, groen en economie. In die clusters komen de opleidingen van niveau 1 tot en met 6. Dat zijn dus de opleidingen die nu in het mbo en hbo worden aangeboden. Op die manier breng je al op de opleiding bijvoorbeeld de hovenier en de landschapsarchitect samen.
Op plekken waar die kruisbestuiving tussen mbo en hbo wordt uitgeprobeerd, zijn de ervaringen goed. ‘We hebben een project waarbij farm-robots voor de landbouw worden ontwikkeld. Daar wordt de software voor de robot door de hbo-student geschreven en de mbo-student is verantwoordelijk voor de constructie. Ze vullen elkaar aan, geven elkaar feedback vanuit hun eigen expertise. Dat leidt tot een beter product. En bovendien doen ze wat ze later in de praktijk ook gaan doen: samenwerken.’
Zelfde vaardigheden, zelfde lessen
Het klinkt mooi, maar heeft iemand die op het mbo op niveau 1 leert niet totaal andere behoeftes dan een hbo-student? ‘Deels wel. En dat is nu ook al geregeld. Elke student heeft zijn eigen leertempo en grenzen aan het leervermogen en wordt daarin begeleid. Maar er zijn binnen een cluster ook vaardigheden die mbo’ers én hbo’ers moeten leren. Denk bij opleidingen binnen het cluster techniek bijvoorbeeld aan lassen. Die vakken kunnen ze samen volgen. Dat kan weer motiverend werken.’
En studenten die beter presteren dan verwacht kunnen makkelijker doorstromen naar een volgend niveau, verwacht Neutelings, want ze hoeven dan niet naar een andere onderwijsinstelling. En andersom, naar een meer praktisch niveau, kan ook met minder gedoe. ‘Daardoor verwacht ik dat ook het aantal voortijdig schoolverlaters omlaaggaat.’
Dat het aantal voortijdig schoolverlaters groot is en blijft, bleek begin mei nog uit De staat van het Onderwijs. Van de studenten die na schooljaar 2021-2022 het mbo verlieten heeft 22,9 procent geen diploma. En dat heeft grote gevolgen voor hun toekomst. Volgens de inspectie is de kans op werk voor jongeren zonder diploma een stuk kleiner, ook in de huidige krappe arbeidsmarkt. Van de mbo-studenten die zonder diploma de school verlaat, heeft zo’n 30 procent een jaar later geen werk. Bij mbo-studenten met een diploma vindt meer dan 90 procent binnen het jaar werk.
Bedrijven
Neutelings verwacht dat ook het bedrijfsleven enthousiast zal zijn. ‘Voor bedrijven is het aantrekkelijk om één onderwijspartner te hebben. Ook in het kader van een leven lang ontwikkelen. Bedrijven kunnen dan voor al hun medewerkers met alle niveaus, bij één school terecht.
Het idee van Neutelings schiet makkelijk wortel bij docenten. Als hij er met hen over praat, reageren ze vaak enthousiast. Maar bij beleidsmakers op het ministerie en schoolbestuurders merkt hij aarzeling. ‘Ik snap het, want het is een lange bureaucratische weg die je inslaat. En je zult tegen veel praktische bezwaren aanlopen. Er wordt toch snel gezegd: we doen het al zo lang op deze manier. Maar blijf niet alleen maar in de achteruitkijkspiegel kijken, kijk vooruit en ga het niet uit de weg. Voor onze studenten en de toekomst van Nederland.’
Lees ook: Hef het mbo op!