Scholen krijgen de mogelijkheid om meer uren te besteden aan innovatieve leer- en werkvormen. Het aantal verplichte uren begeleide onderwijstijd (bot) wordt teruggebracht tot 500 per jaar. Dat is te lezen in een concept-wetsvoorstel dat is vrijgegeven voor internetconsultatie.
Op dit moment zijn mbo-scholen verplicht om minimaal 600 uur per jaar te besteden aan begeleide onderwijstijd. Deze urennorm is in 2014 in de wet opgenomen. Klachten van studenten over een tekort aan lesuren vormden de aanleiding voor de norm. Al snel werden de regels door scholen echter als te dwingend ervaren. De afgelopen jaren namen de klachten van scholen sterk toe. Daar komt bij dat tijdens de coronapandemie scholen veel ervaring opdeden met nieuwe leer- en werkvormen. Het ging bijvoorbeeld om praktijkwerkzaamheden, waarbij geen sprake is van directe begeleiding door een docent. Volgens de urennorm gelden deze lesuren echter niet als ‘begeleide onderwijstijd’. De urennorm dwingt studenten in de schoolbanken, zo werd steeds meer de overtuiging. Met het nu ter consultatie aangeboden wetsvoorstel krijgen scholen meer ruimte om andere onderwijsvormen in te zetten.
Andere werkvormen
Concreet is het voorstel om het aantal verplichte bot-uren terug te brengen tot 500 per jaar. Naast minimaal 250 uren beroepspraktijkvorming blijft er dan ook tijd over voor andere werkvormen. Demissionair minister Dijkgraaf denkt dat scholen hierdoor meer ruimte hebben om de arbeidspraktijk onderdeel te laten zijn van het onderwijs. Voor veel studenten is het van belang aan het begin van de studie veel in aanraking te komen met de praktijk om zo enthousiast te worden voor het beroep of gemotiveerd te blijven voor de opleiding.
Keuzedelen
In het wetsvoorstel, dat de voorlopige naam ‘Wet verbetering aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt’ heeft gekregen, wordt ook de regelgeving rond keuzedelen versoepeld. De al lang geleden aangekondigde ontkoppeling van keuzedelen en kwalificaties wordt formeel geregeld. Scholen en studenten krijgen hiervoor meer vrijheid bij het kiezen van keuzedelen. Ook krijgen de studenten het recht om pas in de loop van de opleiding voor een keuzedeel te kiezen. Nu moeten studenten vaak al in het begin van de studie een keuzedeel kiezen. Hiermee wordt dus voorkomen dat aan het begin van de opleiding de keuzedelen vastgezet worden voor de rest van de opleiding.
Derde leerweg
Het wetsvoorstel bevat ook regels voor de zogenaamde ‘derde leerweg’. Het gaat hier om onbekostigde, verkorte opleidingen. Deze leerweg is vooral bedoeld voor volwassenen die zich willen omscholen. Het voorstel is om aan deze route een nieuwe naam te geven: de loopbaanbegeleidende leerweg (lbl).
De ‘Wet verbetering aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt’ is ter internetconsultatie vrijgegeven. Iedereen kan reageren op het voorstel via deze link.