De meeste mbo-scholen staan er financieel goed voor. Relatief besteden scholen steeds meer geld aan het primair proces: de personeelsformatie is in 2015 met maar liefst 10% gegroeid. Dat blijkt uit de elfde benchmark mbo.
Uit de deze week gepresenteerde benchmark blijkt dat de meeste mbo-scholen er financieel prima voorstaan. In 2015 hield zo’n 85% van de scholen geld over. Dit wordt volgens de benchmark van de MBO Raad voor een belangrijk deel veroorzaakt door de late uitbetaling van de kwaliteitsgelden. Frans Veringa (HMC): ‘Wij begroten behoedzaam. Pas eind 2015 hadden we zekerheid over ons aandeel in de kwaliteitsmiddelen. Dat hadden we graag al in januari geweten. We krijgen het geld om onderwijs te geven en niet om te sparen.’
Groen onderwijs
De mbo-sector als geheel maakte in 2015 een ‘winst’ van zo’n € 180 miljoen. De baten stegen in 2015 met maar liefst 8%. Ook dit wordt voor een belangrijk deel veroorzaak door de kwaliteitsmiddelen. Zo’n tien scholen hielden in 2015 per saldo meer dan 5% van het jaarbudget over. Maar er zijn ook zeven scholen die onder de streep verlies leden. Opvallend is dat daar drie agrarische scholen bij zitten. De AOC’s beklagen zich al langer over hun financiële positie door bezuinigingen op het ministerie van Economische Zaken. De groene scholen willen daarom graag overstappen naar het ministerie van Onderwijs. Het algemene beeld is dat de vakscholen financieel het meest gezond zijn.
Meer docenten
Uit de benchmark blijkt opnieuw dat er relatief meer middelen naar het primair proces (lesgeven) gaan. Het aandeel personeelskosten binnen de totale kosten is gestegen tot 71% (stijging van bijna 1%). De formatie onderwijzend personeel is met 10% gegroeid. Dit terwijl het aantal studenten – voor het eerst sinds lange tijd – is gedaald met ongeveer 1%. Door de groei van de formatie en de daling van het aantal studenten is de leerling-leraar ratio verbeterd: afgerond zijn er nu per docent 15 studenten, dit was voorheen 16.
Lees ook: Studiesucces op scholen neemt verder toe