Eerste Kamer: meer tijd nodig voor besluit lerarenregister

Ondanks een snelle beantwoording van de vragen van de Eerste Kamer over het lerarenregister, heeft de senaat meer tijd nodig voor de behandeling van het voorstel. Eerst wordt nog een extra schriftelijke ronde ingelast. De behandeling van het wetsvoorstel zal daarom pas in 2017 plaatsvinden.

Het is de rol van de Eerste Kamer: in alle rust wetsvoorstellen van alle kanten bekijken. Ook bij de behandeling van het wetsvoorstel over de invoering van het lerarenregister kiest de senaat voor deze beproefde werkwijze. De vele vragen die de fracties vorige week hebben gesteld, zijn in een ijltempo door de regering in een lijvig document beantwoord. Maar de fracties zijn nog niet tevreden en willen een tweede schriftelijke ronde inlassen. De nieuwe vragen worden in de loop van december geformuleerd.

Sancties
In de uitgebreide ‘Memorie van antwoord’ benadrukt de regering dat het lerarenregister bedoeld is als steun in de rug voor het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs. Ingewikkeld wordt het als de vragen aan de orde komen over de sancties bij het niet voldoen aan de herregistratie-eisen. Kan een leraar die niet voldoet aan de eisen daadwerkelijk ontslagen worden? Op de vraag of zo’n sanctie verantwoord is luidt het antwoord: ‘De regering vindt het passen bij de versterking van de positie van leraren dat de normstelling van de beroepsgroep serieus wordt genomen en zij acht de sanctionering evenredig’. Tegelijkertijd geeft de regering ook aan dat de sanctionering een verantwoordelijkheid is van de cao-partners. De arbeidsrechtelijke verhouding tussen werkgever en werknemer wordt ‘gerespecteerd’. De hoop is dat de cao-partijen tot goede afspraken hierover komen. Voor sommige fracties lijkt juist op dit cruciale punt de schoen te wringen.

Lariekoek
Ondertussen heeft de AOb gereageerd op de actie ‘Stop dit lerarenregister’. De internetpetitie, georganiseerd door de kleine, activistische vakbond ‘Leraren in Actie’, heeft inmiddels zo’n 23.000 steunbetuigingen ontvangen. Maar volgens Liesbeth Verheggen, sinds kort voorzitter van de AOb, zijn de bezwaren van de actie tegen het lerarenregister ‘lariekoek’. Zo noemt zij de bewering dat het register van bovenaf wordt opgelegd ‘pertinente onzin’: ‘De wens voor dit register is juist van onderaf ontstaan, bij de leraren zelf.’ De bewering dat leraren niet zelf kunnen kiezen waar ze hun verplichte nascholing volgen noemt Verheggen ‘lariekoek’: ‘Je mag als leraar zelf bepalen hoe je je ontwikkeluren invult. Je kunt ook punten krijgen als je met collega’s binnen je eigen school een nieuw curriculum ontwikkelt, of onderlinge reviews houdt’.

Hoop
Verheggen heeft goede hoop dat de Eerste Kamer niet overstag gaat: ‘Ik denk dat de Eerste Kamer door de kritiek heen prikt. Want het grootste en belangrijkste punt van deze wet is dat wij als leerkrachten weer verantwoordelijk worden voor ons beroep en voor onze ontwikkeling.’

Zie ook het dossier Lerarenregister