Fusie tussen mbo-scholen bijna onmogelijk

De fusietoets in het onderwijs, in het leven geroepen om de voortdurende schaalvergroting te stoppen, is verder uitgebreid. In het mbo gelden nu zulke scherpe voorwaarden, dat een fusie tussen mbo-scholen bijna onmogelijk is geworden.

De fusietoets in het mbo is extra streng omdat er in vergelijking met het funderend en voortgezet onderwijs nog maar zo weinig mbo-instellingen zijn. Een fusie heeft daarom in het mbo direct grote gevolgen voor collega-instellingen, werkgevers en leerlingen. In de nieuwe regeling voor de fusietoets staat dat er goede redenen zijn om de effecten van iedere fusiebeweging in het beroepsonderwijs ‘zorgvuldig en inhoudelijk te toetsen’.

Macrodoelmatigheid
Bij het beoordelen van een fusieaanvraag in het mbo speelt voortaan de Commissie Macrodoelmatigheid mbo (CM MBO) een cruciale rol. Deze commissie, in 2015 ingesteld om mbo-scholen te helpen tot een doelmatige spreiding van het opleidingenaanbod te komen, gaat de minister voortaan adviseren over een fusieaanvraag. Bij het advies van de commissie worden alle denkbare effecten van een fusie onder de loep genomen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om verwachte demografische ontwikkelingen en de gevolgen daarvan voor de toegankelijkheid van onderwijs. Als norm geldt dat jongeren binnen één uur met het openbaar vervoer hun school kunnen bereiken. Verder wordt gekeken naar de mogelijk effecten van de fusie op de onderwijskwaliteit.

Menselijke maat
Een belangrijk aspect bij de fusietoets zal het begrip ‘menselijke maat’ zijn. De fusietoets is indertijd (2011) in het leven geroepen om schaalvergroting tegen te gaan en de menselijke maat op scholen te behouden. Ook na de fusie moet de school voor de individuele student en docent ‘toegankelijk en overzichtelijk’ zijn. De dagelijkse leiding van de school dient herkenbaar te zijn. Personeel, studenten en ouders moeten weten bij wie ze terecht kunnen met vragen en klachten. Dat hoeft in het mbo overigens niet altijd het schoolbestuur te zijn, deze rol kan ook ingevuld worden door bijvoorbeeld een sectordirecteur.

Draagvlak
Een belangrijke voorwaarde voor een mogelijke fusie is dat er intern en extern draagvlak voor is. Bij het interne draagvlak gaat het om de steun van studenten (in de deelnemersraad) en docenten (in de ondernemingsraad). Bij het externe draagvlak gaat het om de mening van omliggende scholen, zowel toeleverend (vmbo/mavo) als afnemend (hbo). Ook regionale overheden (gemeente, provincie) en regionale werkgevers (instellingen en bedrijven) moeten de fusie ondersteunen. Al met al zal de fusie tussen ROC Leiden en ID College in MBO Rijnland voorlopig wel een van de laatste fusies in het mbo zijn.

Lees ook: Extra strenge eisen aan fusies in het mbo