Onder het mom ‘Krachtig aan de slag met LOB’ organiseerde het Servicepunt LOB mbo 23 mei een bijeenkomst over Loopbaanoriëntatie en -begeleiding. Een nieuwe handreiking helpt scholen hierbij.
‘Er is zuurstof nodig om LOB te laten branden’, stelde Inge Vossenaar, directeur MBO bij het ministerie van OCW, bij de slotconferentie van het Stimuleringsproject LOB in het mbo (eind november). Nu, eind mei, is er een flinke zuurstofvoorraad aangelegd: het Stimuleringsproject kreeg een vervolg in het Servicepunt LOB mbo. Op de eerste bijeenkomst van het Servicepunt krijgen de mbo-scholen meer zicht op wat hen zoal te doen staat. Daarbij kunnen de scholen gebruik maken van de vele instrumenten en publicaties van het Stimuleringsproject LOB. ‘Wij werken vraaggericht en sluiten dus aan op jullie behoefte’, vertelt Marleen van de Wiel, Projectcoördinator Servicepunt. ‘Dus heb je vragen of suggesties: laat het weten!’
Handreiking
Een van de onderdelen waarop veel vragen verwacht worden, is de wet- en regelgeving. Thea van den Boom (OCW, Directie mbo) vertelt dat de scholen veel ruimte hebben: niet alles is in beton gegoten. ‘In de Wet Educatie Beroepsonderwijs en in het Examen- en kwalificatiebesluit is LOB, net als taal en rekenen, als generiek onderdeel beschreven’, vertelt Thea. ‘De winst daarbij is dat LOB gezien wordt als een ontwikkelproces. Het gaat om de ontwikkeling van loopbaancompetenties en de begeleiding die daarbij nodig is. Daar zijn maar een paar regeltjes aan gewijd in de wet. Duiding en uitleg geven we liever op een andere manier.’ Van den Boom doelt hier op de Handreiking LOB mbo. Deze Handreiking is volgens lector Keuzeprocessen Peter den Boer (ROC West-Brabant) ‘gebaseerd op de jongste kennis die we hebben over wat LOB eigenlijk zou moeten zijn. Welke processen daar aan ten grondslag liggen en hoe je die processen optimaal kunt begeleiden.’
Diepste drijfveren
De Handreiking is zo opgesteld dat scholen helder voor ogen krijgen wat de wet- en regelgeving voorschrijft en wat de mogelijkheden voor de scholen zijn om LOB in te richten. Daarna is het zaak om keuzes te maken. Dat is niet zo eenvoudig. ‘De Handreiking laat zien dat je met LOB echt iets anders moet gaan doen, dan wat je altijd al deed’, vertelt Den Boer. ‘Loopbaancompetenties als netwerken en werkexploratie kun je weliswaar op de klassieke manier overdragen. Dat zijn trucjes die studenten kunnen leren. Maar bij een loopbaancompetentie als motievenreflectie is het noodzakelijk dat je jongeren in staat stelt ervaringen op te doen in praktijksituaties en hen vervolgens helpt daarop te reflecteren. Daarvoor heb je als docent een andere attitude nodig dan bij kennisoverdracht. Zonder praktijkervaringen kun je niet reflecteren. Het is de enige manier waarop je met jongeren over hun diepste drijfveren kunt spreken. En dat is echt iets anders dan onderwijs geven. Het is niet zo dat je school LOB-proof is als je aan bestaande dingen andere termen gaat hangen. Als je hiermee iets wil, moet je ingrijpend veranderen.’
Op www.lob4mbo.nl verschijnt binnenkort een uitgebreid verslag van de bijeenkomst op 23 mei. Op dezelfde website is de Handreiking LOB mbo te vinden.