Krimp dwingt mbo-scholen tot meer samenwerking

Tot 2032 daalt het aantal mbo-studenten landelijk met zo’n 70.000. Om de gevolgen van deze krimp op te vangen zullen scholen meer moeten gaan samenwerken.

Volgens nieuwe cijfers van het ministerie van Onderwijs daalt het totaal aantal studenten in het mbo tot 2032 met zo’n 14 procent. Er zijn grote regionale verschillen. In sommige regio’s kan de daling oplopen tot 30 procent, terwijl in de Randstad soms nog groei is te verwachten. De landelijke daling van het aantal mbo-studenten is het gevolg van demografische ontwikkelingen. Maar ook de groeiende populariteit van concurrerende schoolsoorten speelt een rol.

Fusies

Om de gevolgen van deze krimp op te vangen is volgens het ministerie van Onderwijs meer samenwerking tussen scholen nodig. Die samenwerking kan plaatsvinden tussen opleidingen, maar ook tussen besturen. Hoewel minister Van Engelshoven geen fusiegolf verwacht, zijn fusies ook niet uit te sluiten.

Samenwerkingscollege

Om de samenwerking tussen mbo-scholen te faciliteren is recent het fenomeen ‘samenwerkingscollege in de wet opgenomen. Sindsdien is het mogelijk om studenten te registreren op het niveau van het samenwerkingscollege. Ook kan de inspectie het toezicht richten op het samenwerkingsverband, waarmee dubbel toezicht voorkomen wordt.

Schrappen opleidingen

In het bestuursakkoord mbo 2018-2022 is verder afgesproken dat scholen kritisch gaan kijken naar hun opleidingenaanbod. Het ministerie spreekt over ‘aanscherping van het opleidingenaanbod’, bedoeld wordt: het schrappen van ondoelmatige opleidingen. Dit draagt bij aan de toekomstbestendigheid van het onderwijsaanbod. Of dit daadwerkelijk gebeurt, is voor het ministerie op dit moment niet bekend. De Commissie Macrodoelmatigheid deed onlangs het voorstel te stoppen met veel creatieve opleidingen.

Lees ook: Samenwerkingscollege als instrument tegen de krimp