Het ontwikkelen van een sterke leercultuur is nodig om als samenleving veranderingen op de arbeidsmarkt het hoofd te bieden. Maar de leercultuur ontwikkelt zich in Nederland te traag en er is te weinig urgentie. Dat blijkt uit de Monitor Leercultuur die onderzoekers van de SER en TNO hebben opgesteld.
Volgens de onderzoekers is er sprake van een sterke leercultuur als werknemers leren en ontwikkelen als iets vanzelfsprekends zien. Bij de gewenste leercultuur zijn mensen leergierig en maakt leren onderdeel uit van de dagelijkse activiteiten. Al sinds enige jaren benadrukken beleidsmakers het maatschappelijke en economische belang van leven lang ontwikkelen. Het vorige kabinet streefde zelfs, zonder al te veel succes, naar een ‘doorbraak’. Ook het huidige kabinet heeft ambitieuze plannen, onder andere op het gebied van leerrechten voor alle Nederlanders.
Geen doorbraak
De monitor bevestigd dat er van een ‘doorbraak’ op het gebied van leven lang ontwikkelen zeker nog geen sprake is. Hoewel Nederland het in vergelijking met andere landen nog steeds relatief goed doet, zien de onderzoekers toch vooral stagnatie. De monitor formuleert het voorzichtig: ‘Kijken we naar de ontwikkeling in de tijd, dan lijkt de leercultuur zich beperkt in de (politiek en maatschappelijk) gewenste richting te ontwikkelen. Leergedrag laat een lichte daling zien en de gevoelde urgentie bij werkenden en werkgevers blijft stabiel.’
Leergedrag
Uit de cijfers blijft dat ongeveer de helft van de werknemers de afgelopen twee jaar een opleiding of cursus volgde. Dat aandeel is echter licht gedaald ten opzichte van 2015. Voor het eerst is ook gemeten in hoeverre werknemers informeel leren. Het gaat hier om het leren tijdens het werk, door ervaring op te doen of door hulp van collega’s. Meer dan 90 procent van de werkenden zegt van collega’s en van taken te leren. Maar er is ook onderzoek dat het aandeel leerzame activiteiten tijdens het werk afneemt.
Laagopgeleiden
In de monitor wordt bijzondere aandacht gevraagd voor de positie van laagopgeleiden en flexwerkers. Voor deze groepen geldt dat zij aanzienlijk minder cursussen en opleidingen volgen en minder vaak informeel leren. Ook hebben laagopgeleiden en flexwerkers beduidend minder gevarieerd werk en minder autonomie in hun werk. Daarmee lopen zij extra risico op een verslechterde arbeidsmarktpositie.
Mismatch
De onderzoekers waarschuwen dat strategisch leren gewenst is om intersectorale mobiliteit te bevorderen. Dat is belangrijk om de groeiende mismatch op de arbeidsmarkt aan te pakken. De grote vraag is hoe mensen te motiveren zijn om zich te ontwikkelen. Hoe kunnen mensen in staat worden gesteld om meer regie te nemen op hun ontwikkeling? De STAP-regeling die binnenkort beschikbaar komt is bedoeld om werknemers en werkzoekenden meer regie te geven over hun loopbaan. Een volgende monitor moet uitwijzen of deze regeling tot meer urgentie heeft geleid.
Lees de Monitor Leercultuur
Lees ook: Raad van State kritisch over leven lang ontwikkelen