Het komt te vaak voor dat mbo-scholen om vage redenen studenten weigeren. Een wettelijk toelatingsrecht voor mbo-studenten kan aan alle onduidelijkheid een eind maken.
Het onterecht weigeren van mbo-studenten bij opleidingen is geen marginaal verschijnsel. Het beeld dat dit jaarlijks slechts zo’n 100 tot 200 keer voorkomt klopt niet. Dat blijkt uit signalen die het ministerie van Onderwijs heeft gekregen via het JOB en de Inspectie. Uit eerder onderzoek van het Ecbo bleek dat 50% van de opleidingen aangaf studenten te weigeren en dat het percentage afgewezen leerlingen varieert van 5 tot 50% procent.
Opmerkelijk
De inschatting dat het weigeren van studenten vaak voorkomt is opmerkelijk. Nog niet zo lang geleden betoogde minister Bussemaker dat scholen slechts bij uitzondering studenten weigerden. In antwoorden op Kamervragen schreef zij: ‘Het beeld dat mbo-instellingen vaak “nee” zouden verkopen aan kwetsbare jongeren deel ik niet. In de afgelopen schooljaar zijn 100.000 jongeren begonnen aan een mbo-opleiding. Van circa 100 jongeren heeft JOB het signaal gekregen dat zij zijn geweigerd. Dat kan te verklaren zijn omdat een opleiding vol was of omdat er specifieke geschiktheidseisen golden. Een mbo-instelling kan een jongeren niet “zomaar” weigeren.’
Garantie
Om aan de onduidelijkheid rond het toelatingsbeleid van mbo-scholen een eind te maken wil minister Bussemaker een wettelijk toelatingsrecht invoeren. Zij kiest bewust voor een wet en niet voor een convenant omdat het voor ouders en leerlingen van groot belang is dat zij weten waar ze aan toe zijn: een vmbo-diploma biedt een garantie op een plek in het mbo. Als een opleiding vol zit, moet de geweigerde student een passend alternatief worden aangeboden.
Het wetsvoorstel dat het studenten een toelatingsrecht geeft wordt binnenkort behandeld in de Tweede Kamer. Lees hier het schriftelijk verslag over het wetsvoorstel.